Als de auto lange tijd wordt gebruikt/ stilstaat in
bergachtige/koude gebieden, is het raadzaam
dieselbrandstof te tanken die ter plaatse beschikbaar
is. In dat geval is het bovendien raadzaam een
hoeveelheid brandstof in de tank te houden die
groter is dan 50% van de nuttige inhoud.
Tank bij auto's met dieselmotor
uitsluitend dieselbrandstof voor
motorvoertuigen die voldoet aan de
Europese specificatie EN590. Het gebruik van
andere producten of mengsels kan de motor
onherstelbaar beschadigen en het vervallen van
de garantie tot gevolg hebben. Mocht u
onverhoopt een ander type brandstof tanken, dan
mag de motor niet worden gestart en moet de
brandstoftank worden afgetapt. Ook als de motor
slechts kort heeft gedraaid, moet naast de
brandstoftank, ook alle brandstof uit de
brandstofleidingen worden afgetapt.
TANKINHOUD
Om te zorgen dat de tank volledig gevuld wordt,
moet u twee keer bijvullen nadat het vulpistool voor
de eerste keer afslaat. Vul niet nog een keer bij om
storingen in het brandstofsysteem te voorkomen..
TANKDOP
De tankdop B fig. 76 is voorzien van een koord C dat
aan klepje A vastzit, om verlies van de dop te
voorkomen.
Draai de dop B los met de contactsleutel. Door de
hermetische afsluiting van de tank kan de druk in
de tank iets verhoogd zijn. Het is daarom normaal als
u bij het losdraaien van de tankdop een sissend
geluid hoort. Plaats tijdens het tanken de dop in de
uitsparing op het klepje, zoals in fig. 76 is afgebeeld.
BELANGRIJK
Kom niet dicht bij de vulopening met
open vuur of een brandende sigaret:
brandgevaar. Houd uw hoofd ook niet dichtbij
de vulopening om te voorkomen dat u giftige
dampen inademt.
fig. 76
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0S0104
81