Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Automatische Klimaatregeling - Fiat 500 2010 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING

(indien aanwezig)
De automatische klimaatregeling fig. 30 regelt
automatisch afhankelijk van de door de gebruiker
ingestelde temperatuur:
❒ de temperatuur van de lucht naar het interieur;
❒ de aanjagersnelheid (traploze regeling van de
luchtopbrengst);
❒ de luchtverdeling in het interieur;
❒ de in-/uitschakeling van de compressor (voor het
koelen/drogen van de lucht)
❒ de in-/uitschakeling van de recirculatie.
Deze functies kunnen handmatig worden gewijzigd;
d.w.z. dat u het systeem kunt regelen door naar
wens een of meer functies te selecteren. Als een
functie handmatig wordt ingesteld, blijven de andere
functies echter automatisch geregeld, ook al is het
lampje op de knop AUTO gedoofd.
fig. 30
BEDIENINGSORGANEN
Knop A fig. 30 AUTO - Automatiche werking
airconditioning instellen
Als u knop AUTO indrukt en de gewenste
temperatuur instelt, regelt het systeem de
temperatuur, de luchtopbrengst en de luchtverdeling
in het interieur en schakelt zonodig de compressor
in.
Knop B fig. 30
uitschakelen
Als u op deze knop drukt als het lampje op de knop
brandt, wordt de compressor uitgeschakeld en
dooft het lampje.
Als de compressor is uitgeschakeld:
❒ wordt de luchtrecirculatie uitgeschakeld om het
eventuele beslaan van de ruiten te voorkomen;
❒ kan de temperatuur van de lucht naar het interieur
niet lager worden dan de buitentemperatuur (de
temperatuuraanduiding op het display knippert als
het systeem er niet in slaagt het gewenste klimaat
te bereiken);
❒ kunt u de aanjagersnelheid handmatig op nul
zetten (als de compressor is ingeschakeld, kan de
aanjagersnelheid niet lager zijn dan een minimale
waarde: één streepje op het display).
F0S0024
- Compressor in-/
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
35

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave