Alarmen en problemen oplossen
12
Alarmen en problemen oplossen
12.1
Alarmbeheer
De machine heeft een alarmbeheersysteem volgens de standaard IEC
60601-1-8, die hoge, gemiddelde en lage prioriteitalarmen onderscheidt.
Alarmbehandeling
Elk alarm heeft 3 statussen:
•
Voorwaarde: oorzaak van het alarm wanneer bepaald dat er een
potentieel of daadwerkelijk gevaar bestaat. Alarmsysteem controleert
alarmvoorwaarden periodiek. Indien er een alarmvoorwaarde bestaat,
wordt er een alarm geactiveerd en wordt de alarmhandeling uitgevoerd
(zo nodig).
•
Reactie: wanneer een alarm is geactiveerd, voert het alarmsysteem de
nodige activiteiten uit om de vereiste veiligheidstoestand te houden. Alle
nodig activiteiten die moeten worden uitgevoerd als er een alarm optreedt
worden beschreven in de alarmlijst.
•
Eindvoorwaarde: de machine switcht naar de normale bedrijfsomstandig-
heden als de alarmtoestand is beëindigd of de gebruiker het probleem
heeft opgelost.
Het alarm en de reactie ervan kan worden gereset zodra de alarmvoorwaarde
is opgelost volgens de alarmbehandelingsbeschrijvingen.
Alarm-dempknop
Alarm Mute
De toets
op de monitor dempt akoestisch alarmen gedurende een
vastgestelde alarm mute-tijd. Zodra de tijd is verstreken, wordt het alarm
herhaald. De alarm herhaaltijden zijn vermeld in de alarmlijst.
Alarm Mute
De toets
wordt ook gebruikt om een alarm te resetten nadat de
oorzaak is verwijderd. Voor meer informatie, zie de beschrijvingen van de
alarmhandelingen.
Alarmlimieten en voorinstellingen
De machine heeft een set standaard alarmlimieten. Sommige hiervan kunnen
worden gewijzigd tijdens behandeling, maar de gewijzigde waarden kunnen
niet worden opgeslagen. De standaard waarden kunnen niet worden
overschreven door de gebruiker.
WAARSCHUWING!
Risico voor de patiënt vanwege verkeerde afhandeling van het alarmsysteem!
Het alarmsysteem mag niet nutteloos worden gemaakt door instelling van
extreme waarden voor alarmlimieten. Het kan niet worden gedeactiveerd door
de alarmen uit te schakelen.
•
Geen extreem hoge of extreme lage alarmlimieten instellen.
•
Schakel alarmen niet uit zonder de oorzaak van het alarm te verhelpen.
Alleen manchetten en lijnen geleverd door B. Braun geautoriseerde service-
technici kunnen de voorinstellingen met behulp van geschikt gereedschap
wijzigen.
IFU 38910517NL / Rev. 1.04.01 / 04.2020
Dialog iQ
12
323