Advertenties
Dialog iQ
9
228
Instellen SNCO-modus: Auto-modus Aan
Als Auto-modus Aan wordt geselecteerd, moet de gebruiker het type patiënt-
aansluiting - katheter of naald - en het fasevolume instellen. Bloedpompsnel-
heid wordt automatisch ingesteld volgens ingestelde fasevolume. De
controledrukken CO PA en CO PV zijn aangegeven en kunnen worden
veranderd, indien nodig.
WAARSCHUWING!
Risico voor de patiënt vanwege verminderde dialyse effectiviteit!
Een hoge recirculatie verhouding met een klein fasevolume, reduceert de
effectiviteit van dialyse.
•
Stel het fasevolume in op ten minste 30 ml voor de katheter en 20 ml voor
canules.
•
Gebruik vasculaire toegangen met zo hoog mogelijke stroomsnelheden.
Als de gebruiker de bloedflow handmatig verandert, wordt de automatische
modus uitgeschakeld!
Afb. 9-5 Enkelnaalds cross-over (SNCO)
WAARSCHUWING!
Risico op lage bloedflow en dus verminderde behandelingseffectiviteit!
In SNCO, Auto-modus Aan, kan een lage bloedflow automatisch worden
ingesteld.
•
Controleer de bloedflow regelmatig tijdens de behandeling.
•
Controleer het behandeld bloedvolume na de behandeling.
IFU 38910517NL / Rev. 1.04.01 / 04.2020
Enkel-naalds behandeling
Auto-modus
Advertenties
Hoofdstukken
