Functies
Item
Text
3
bioLogic UF-snel-
heid max. ml/h
4
bioLogic UF-
snelheid max. %
5
Voorgestelde
SYS-ondergrens
instellen
6
UF-volume
7
Terapie tijd
8
Act./vereiste
UF-volume
9
Voorgestelde
SYS-ondergrens
10
Gemiddelde
UF-snelheid
11
Totale bolus
gegeven
Bereik/Unit
Beschrijving
Min.: gemiddelde
Stelt max. UF-snelheid voor behandeling met bioLogic
UF-snelheid
Fusion in als absolute waarde of in relatie (percentage)
met de gemiddelde UF-snelheid.
Max: lagere waarde
van ([2 x gemiddelde
Om een effectieve UF-snelheidsregeling en optimale
UF-snelheid] of
opslag van bloeddrukmetingen te garanderen, wordt een
bovenlimiet UF-
max. UF-snelheid van 160 % aanbevolen.
snelheid)
Min.: 100 %
Max: lagere waarde
van (200 of
[bovenlimiet UF-
snelheid /
gemiddelde UF-
snelheid x 100])
Instellen
Activeert gebruik van de voorgestelde ondergrens
systolische bloeddruk (SLL).
Activering in TSM-modus.
ml
Weergave van ultrafiltratievolume, ingesteld onder UF-
parameters in voorbereiding.
h:min
Weergave van behandelingsduur, ingesteld onder UF-
parameters in voorbereiding.
%
Weergave van UF-volume dat is bereikt (ratio van
huidige UF-volume en vereiste UF-volume).
65 – 80 mmHg
Weergave van voorgestelde ondergrens systolische
bloeddruk (SLL) (alleen als deze functie is geactiveerd in
TSM-modus).
De voorgestelde SLL wordt berekend met behulp van de
gemeten systolische bloeddrukwaarden van de laatste
maximum twee curves tussen de 90e en 150e minuut
van behandeling.
ml/h
Weergave van gemiddelde UF-snelheid ingesteld onder
UF-parameters in voorbereiding.
ml
Weergave van geaccumuleerd vloeistofvolume (arteriële
of infusiebolus) gegeven in huidige behandeling.
SLL en max. UF-snelheid moet worden bepaald door de verantwoordelijke
arts of volgens het beleid en de procedure van de instelling. SLL moet zo laag
mogelijk worden ingesteld in het gebied van de bekende tolerantie van de
patiënt.
Benadering van het droog gewicht van de patiënt binnen de ingestelde
behandelingstijd kan conflicteren met het stabiele bloeddrukgedrag. De
behandelend arts kan beslissen om:
‒
Het UF-volume aan te passen
‒
Behandelingstijd verlengen
‒
Te accepteren dat UF-doel niet is bereikt.
IFU 38910517NL / Rev. 1.04.01 / 04.2020
Dialog iQ
11
293