Behandeling
6.
Indien reïnfusie wordt voortgezet, druk op
starten.
De machine dient nog eens 360 ml toe of 5 minuten langer.
7.
Nadat de reïnfusie is afgerond, sluit u de klem op de veneuze
patiëntaansluiting.
8.
Verwijder de veneuze lijn van de patiënt.
Reïnfusie is beëindigt en de patiënt is afgesloten. Ga door met ledigen van
het bloedlijnsysteem en, indien noodzakelijk, het bicarbonaat patroon.
6.6
Protocol - overzicht van de behandeling
De protocolfunctie is beschikbaar tijdens de behandeling en reïnfusie.
De parameters aangegeven op het protocolscherm kunnen individueel
worden geconfigureerd door bevoegd gebruikers in
1.
Tik op het protocol-pictogram op de rechterzijde van de omlijsting en ga
Info
Protocol
naar
-scherm,
Afb. 6-21 Protocol van de uitgevoerde behandeling
Er wordt een overzicht met de volgende waarden weergegeven
(afhankelijk van de configuratie in de modus
‒ ultrafiltratie- hoeveelheid (UF-volume)
‒ totale behandelde bloedhoeveelheid
‒ totale infusiehoeveelheid (totaal gegeven bolus)
‒ heparinesnelheid
‒ ultrafiltratiesnelheid (UF-snelheid)
‒ ingangsdruk bloedzijde (PBE)
IFU 38910517NL / Rev. 1.04.01 / 04.2020
Start/Stop
Gebruikersinstellingen
.
Gebruikersinstellingen
Dialog iQ
om bloedpomp te
6
.
):
165