Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
B.Braun Perfusor Space Gebruiksaanwijzing
B.Braun Perfusor Space Gebruiksaanwijzing

B.Braun Perfusor Space Gebruiksaanwijzing

En accessoires
Verberg thumbnails Zie ook voor Perfusor Space:
Inhoudsopgave

Advertenties

Perfusor® Space
en accessoires
Gebruiksaanwijzing
Het is raadzaam om alle pompen op
uw afdeling uit te rusten met
dezelfde softwareversie.
38916550N_PSP_NL_190617
NL
Geldig voor software 688N
LLD Order 3508

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor B.Braun Perfusor Space

  • Pagina 1 Perfusor® Space en accessoires Gebruiksaanwijzing Het is raadzaam om alle pompen op uw afdeling uit te rusten met Geldig voor software 688N dezelfde softwareversie. 38916550N_PSP_NL_190617 LLD Order 3508...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    INHOUDSOPGAVE Perfusor® Space overzicht.......................3 Symbolen op Product .......................5 Patiëntveiligheid ........................6 Menustructuur/navigatie ......................12 Hoofdstuk 1 Bediening......................15 1.1 Starten van het infuus ......................15 1.2 Starten van het infuus met verschillende interacties tussen snelheid, tijd en te infunderen volume ....................16 1.3 Bolustoediening........................17 1.4 Spuit vervangen en starten van een nieuwe therapie..........18 1.5 Einde van het infuus.......................19 1.6 Stand-by modus ........................20 Hoofdstuk 2 Verdere bediening..................21...
  • Pagina 3: Perfusor® Space Overzicht

    PERFUSOR® SPACE OVERZICHT P E R F U S O R ® S PA C E O V E R Z I C H T Pijl omhoog en omlaag Brengt de waarde terug Aandrijving met Voor het scrollen door de verschillende opties en lijsten, naar nul, schakelt terug bekjes om de veranderen van instelling van cijfers van 0-9 en antwoorden...
  • Pagina 4 PERFUSOR® SPACE OVERZICHT Plaatsen van de spuit Trek en draai vervolgens de spuitvergrendeling naar rechts om de groene axiale spuitfixatie te openen (zie rode pijl). De spuit dient geplaatst te worden met de vleugels verticaal in de uitsparing links van de axiale fixatie voordat de spuitvergrendeling gesloten wordt.
  • Pagina 5: Symbolen Op Product

    SYMBOLEN OP PRODUCT S Y M B O L E N O P P R O D U C T Symbol Explanation Obligatorisk handling: se bruksanvisning. Let op, raadpleeg de documentatie bij het product Type CF met defibrillatiebeveiliging Apparaat met beschermingsklasse II Labeling van elektrische en elektronische apparaten conform richtlijn 2002/96/EG (WEEE) CE-keurmerk conform Richtlijn 93/42 EEG...
  • Pagina 6: Patiëntveiligheid

    PATIENTVEILIGHEID PAT I E N T V E I L I G H E I D Beoogd gebruik Het Perfusor® Space infuuspompsysteem bevat een externe verplaatsbare elektronische infuuspomp en pompaccessoires. Het systeem is bedoeld voor Lees de gebruiks- gebruik bij volwassenen, kinderen en neonates voor het met tussenpozen of aanwijzing voordat continu parenteraal en enteraal toedienen van vloeistoffen via klinisch u met de...
  • Pagina 7 PATIENTVEILIGHEID • Controleer voor het toedienen het apparaat, in het bijzonder de axiale bevestiging, op mogelijke beschadigingen en ontbrekende onderdelen. Controleer tijdens de zelftest ook de geluids- en visuele alarmen. • Niet direct naast andere apparatuur gebruiken of met andere apparatuur dan B.
  • Pagina 8 PATIENTVEILIGHEID • De getoonde gegevens dienen altijd door de gebruiker op plausibiliteit te worden gecontroleerd voordat nadere medische besluitvorming plaats vindt. • Wees ervan overtuigd dat tijdens mobiel gebruik (thuiszorg, patiënttransport binnen en buiten het ziekenhuis) het apparaat goed gefixeerd en geplaatst is. Veranderingen in positie en ernstige schokken kunnen leiden tot kleine wijzigingen in de nauwkeurigheid van de toediening en/of tot onbedoelde bolus-toediening.
  • Pagina 9 PATIENTVEILIGHEID • Aangesloten elektrische apparatuur dient overeen te komen met de relevante IEC/EN-specificaties (bijvoorbeeld IEC/EN 60950 voor gegevensverwerkende apparatuur). De gebruiker of de persoon die ermee werkt is verantwoordelijk voor de systeemconfiguratie, indien andere apparatuur is aangesloten. De internationale norm IEC/EN60601-1-1 dient in acht te worden genomen. Veiligheidsnormen Perfusor®...
  • Pagina 10 PATIENTVEILIGHEID wordt gebruikt en de spuithouder niet is vergrendeld, mag de behandeling alleen worden uitgevoerd onder toezicht van iemand van de medische staf. Dit is in het bijzonder nodig wanneer onbevoegde toegang tot het geneesmiddel te verwachten is. • Bij het stoppen van PCA en het opnieuw starten ervan, worden de behandelgegevens ingesteld op de standaardinstelling.
  • Pagina 11 PATIENTVEILIGHEID Veiligheidsinstructies voor het gebruik van de paalklem 1. Breng de geleider van de pomp op een lijn met de rails van de Paalklem 2. Schuif de pomp naar achteren. 3. Wacht tot het vergrendeling- mechanisme op zijn plaats klikt 4.
  • Pagina 12: Menustructuur/Navigatie

    MENUSTRUCTUUR/NAVIGATIE MENUSTRUCTUUR/NAVIGATIE Bediening Aan/uit-toets OK/bevestiging-toets Start/stop-toets Toetsenbord met pijl omhoog-, omlaag-, links- en rechts- Bolustoets toetsen Correctie/Clear-toets Connectietoets Alle opnamen van het weergavescherm zijn voorbeelden en kunnen verschillen als ze verband houden met de individuele patiënt en zijn geïndividualiseerde behandeling. Displayinstellingen Uitleg Aan de bovenkant van het display...
  • Pagina 13 MENUSTRUCTUUR/NAVIGATIE Displayinstellingen Uitleg Alle informatie m.b.t. de status is beschik- baar op de onderste lijn van het scherm. De gewenste informatie kan worden geselecteerd met en zal daarna permanent worden weergegeven (bijvoor- beeld de volledige naam van de medicatie, tijd tot lege spuit, huidige systeemdruk enz.).
  • Pagina 14 MENUSTRUCTUUR/NAVIGATIE...
  • Pagina 15: Hoofdstuk 1 Bediening

    BEDIENING Hoofdstuk 1 B E D I E N I N G 1.1 Starten van het infuus • Zorg ervoor dat de pomp op betrouwbare wijze is geïnstalleerd. Indien de pomp is aangesloten op het lichtnet, toont de display informatie zoals accustatus, stekkersymbool en laatste therapie.
  • Pagina 16: Starten Van Het Infuus Met Verschillende Interacties Tussen Snelheid, Tijd En Te Infunderen Volume

    BEDIENING Hoofdstuk 1 • Sluit het infuus aan bij de patiënt. • Beantwoord achtereenvolgens de vragen in het opstartmenu met en d, totdat de snelheid afgebeeld wordt in het hoofdmenu. Invoeren van infuussnelheid: • Druk op en stel de snelheid in met q. •...
  • Pagina 17: Bolustoediening

    BEDIENING Hoofdstuk 1 Ga op dezelfde wijze te werk om 2.) en 3.) te berekenen. 2.) Infusie met volumelimiet Voer snelheid en te infunderen volume in: de infusietijd wordt berekend en afgebeeld onder in de display. Target: te infunderen volume 3.) Infusie met tijdslimiet Voer snelheid en tijd in: het te infunderen volume wordt berekend en afgebeeld onder in de display.
  • Pagina 18: Spuit Vervangen En Starten Van Een Nieuwe Therapie

    BEDIENING Hoofdstuk 1 3.) Bolus met berekening van snelheid: druk . Druk vervolgens op en stel de bolusdosis in met q. Druk op om de bolusdosis te bevestigen. Stel de tijd in met waarin de bolus toegediend moet worden. Berekende bolussnelheid wordt boven in de display getoond.
  • Pagina 19: Einde Van Het Infuus

    BEDIENING Hoofdstuk 1 gedrukt worden met een dunne pen. Vervolgens handmatig de bekjes openen en de spuit uitnemen. • Sluit de spuitvergrendeling (Opmerking: zuigerrem dient zich naar buiten te bewegen!) en het front en bevestig het geplaatste spuittype met k. De aandrijving beweegt naar voren en grijpt de drukplaat van de spuit.
  • Pagina 20: Stand-By Modus

    BEDIENING Hoofdstuk 1 1.6 Stand-by modus Bij langdurige onderbrekingen heeft de gebruiker de optie de standaardwaarden te behouden. • Druk op om het infuus te stoppen. Druk vervolgens korter dan 3 sec. op o. • Beantwoord de vraag of de pomp naar stand-by moet gaan, door op drukken.
  • Pagina 21: Hoofdstuk 2 Verdere Bediening

    VERDERE BEDIENING Hoofdstuk 2 V E R D E R E B E D I E N I N G 2.1 Statusverzoek als het infuus loopt Druk op om te wisselen tussen toedieningsdisplay en hoofdmenu tijdens infusie. Navigeer door het menu door middel van om de parameters te controleren.
  • Pagina 22: Hoofdstuk 3 Speciale Functies

    SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 SPECIALE FUNCTIES 3.1 Doseereenheden en doseringsberekening (overzicht) De volgende lijst toont de door de pomp gebruikte eenheden: Gram-categorie ng, mcg, mg, g Eenheden-categorie mIU, IU, kIU, MIU Equivalenten-categorie = Mol-categorie mmol Kilocalorieën-categorie = kcal Milliliter-categorie ml, ml/kg Naast deze doseereenheden heeft de gebruiker de keuze uit de volgende mogelijkheden: •...
  • Pagina 23: Dosiscalculatie (Bediening)

    SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 3.2 Dosiscalculatie (Bediening) a Selecteer dosiscalculatie met l. a Selecteer de eenheid van de werkzame stof met en bevestig met l. a Stel de concentratie in door de hoeveelheid van de werkzame stof en het volume in te stellen. Doe dit door de waarden in te stellen met en te bevestigen met k.
  • Pagina 24 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Er zijn verschillende manieren waarop een geneesmiddel aan een infuustherapie kan worden toegewezen. Dit kan uitgevoerd worden tijdens infusie, maar ook als de pomp gestopt is. Het is mogelijk om de naam van het geneesmiddel inclusief bijbehorende thera- piedata vanuit de geneesmiddelenbibliotheek te selecteren.
  • Pagina 25 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Opmerking: het zorggebied en patiëntprofiel kan niet tijdens een therapie worden gewijzigd. Initiële bolus: de initiële bolus moet worden geconfigureerd in de Drug List Manager. • Gebruik de geneesmiddelenbibliotheek volgens de gebruiksaanwijzing. • Selecteer het gewenste geneesmiddel met en druk op l.
  • Pagina 26: Patiëntgecontroleerde Analgesie (Pca) (Optioneel)

    SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Update van externe geneesmiddelenbibliotheek vanuit Upload Manager (Space Online Suite) Het bestandspictogram knippert elke 2 seconden. Er is een update beschikbaar. Het uploaden van de geneesmiddelenbibliotheek begint zodra de pomp zich in de passieve modus bevindt. Opmerking: u kunt het uploaden annuleren door op te drukken.
  • Pagina 27 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Voordat u bij de patiënt weggaat, dient u de pomp in te stellen op DataLock niveau 3 met in het menu 'Opties'. Dit is in het bijzonder nodig wanneer onbevoegde toegang tot de instellingen te verwachten is. en bevestigd met k.
  • Pagina 28: Target-Controlled Infusie (Tci) (Optioneel)

    SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Het diagram heeft een resolutie van 15 minuten en toont maximaal 5 punten per 15 minuten. Als er binnen deze tijd meer dan 5 bolussen zijn gegeven of geweigerd, zal het laatste punt vet worden weergegeven. Wijzigingen in de PCA-parameters worden als pijlpunten aan de onderkant van het diagram weergegeven.
  • Pagina 29 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 B. Braun Space biedt nu twee modi aan voor TCI: • TCI door targeting van de plasmaconcentratie In deze modus selecteert de gebruiker de gewenste concentratie van een geneesmiddel in het bloedplasma en wordt het PK-model gebruikt om de infusiesnelheden te berekenen die nodig zijn om die concentratie zo snel mogelijk te bereiken (tenzij er een restrictie is gedefinieerd door de gebruiker).
  • Pagina 30 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Bij Propofol kan de gebruiker kiezen tussen twee parameterinstellingen. De parameterinstellingen die gebruikt worden bij deze geneesmiddelen zijn (Niet alle parameterinstellingen staan targeting van de effect-site toe): Geneesmid- Propofol Propofol Remifentanil Sufentanil del/Parameter Marsh Schnider 14,3 [ml] [Liter] 0,228 *...
  • Pagina 31 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Lijst met geneesmiddelen De vooraf geïnstalleerde lijst met geneesmiddelen biedt de volgende waarden: Propofol Remifentanil Sufentanil Beschikbare concentraties 5 mg/ml 20 µg/ml 5 µg/ml 10 mg/ml 50 µg/ml 50 µg/ml 20 mg/ml Default max. snelheid 1.200 ml/h 1.200 ml/h 1.200 ml/h Hardlimit snelheid...
  • Pagina 32 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Kies als volgende stap de juiste verdunning (concentratie) van het geneesmiddel dat moet worden toegediend, evenals de parameter- instelling (model) en de Modus (Effect-Site Targeting of Plasma Targeting). Deze stappen zijn uitsluitend noodzakelijk wanneer er verschillende opties zijn voor dat geneesmiddel.
  • Pagina 33 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Bevestig target met k. TCI kan nu worden gestart met Nadat TCI is gestart, ziet het scherm er als volgt uit: Afkorting naam van Modusindicator het geneesmiddel Target en eenheid Huidige plasma- en effect- siteconcentratie De parameter in de linkerbenedenhoek is scrolbaar. Het resterende pompvolume is afhankelijk van de berekende snelheid.
  • Pagina 34: Barcodes

    SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 De lijn beschrijft de loop van Cp met de tijd en het gebied beschrijft de loop van Ce met de tijd. Het tijdsvenster is 20 min (15 min verleden, 5 min toekomst). De aanvullende informatie wordt verlaten met C. TCI beëindigen Er zijn twee mogelijkheden om de TCI-behandeling te beëindigen (omkering van anesthesie of sedatie):...
  • Pagina 35: De Oploop- En Afloopmodus (Ramp En Taper)

    SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 3.7 De oploop- en afloopmodus (Ramp en Taper) De Ramp/oploop- en Taper/afloopmodus is bedoeld om infusies toe te dienen waarbij de snelheid geleidelijk op- en afloopt. De pomp berekent automatisch de vereiste snelheidstoename en –afname op grond van het totale volume, de tijd en de Ramp/oploop- en Taper/aflooptijdparameters.
  • Pagina 36 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 De oploop- en afloopfunctie starten via de geneesmiddelenbibliotheek: Opmerking: de instellingen voor de oploop- en afloopmodus zijn vooraf ingesteld in de Drug List Manager en zijn ge-upload naar de pomp. • Schakel de pomp in met en wacht totdat de zelftest klaar is.
  • Pagina 37: Programmeermodus

    SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Afloopfase (Taper) De pompsnelheid wordt lineair verlaagd totdat deze na een vooringestelde tijd de KVO- snelheid bereikt Opmerking: nadat de infusie is gestart, kunnen de snelheden, tijd en VTBI alleen nog worden gewijzigd in de continue fase. Bij wijziging van de plateausnelheid (verhoging/verlaging) wordt de therapie opnieuw berekend.
  • Pagina 38 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 De pomp voert de geprogrammeerde perioden automatisch achter elkaar uit Voorbeeld: De programmeermodus mag uitsluitend worden toegepast door ervaren gebruikers die bekend zijn met de beginselen van de werking van de programmeermodus en die naar behoren zijn geïnstrueerd in het gebruik van het betreffende apparaat. Opmerking: de actieve functie van de programmeermodus is altijd te herkennen aan dit pictogram op het display (...
  • Pagina 39 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 • Druk desgewenst op om de waarden te wijzigen en op om te bevestigen. • Stel de VTBI in met q. De pomp kan nu worden gestart door op te drukken. De programmeermodus starten via het menu met speciale functies: •...
  • Pagina 40: Intermitterende Modus

    SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Het hoofdmenu bevat informatie over het huidige interval. De geconfigureerde parameters kunnen worden gecontroleerd in het menu Programmaparameters in het hoofdmenu. Intermitterende modus De intermitterende modus bestaat uit 2 fasen. Deze fasen worden herhaald. • Bolusfase: de geconfigureerde bolus is actief •...
  • Pagina 41 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 • Schakel de pomp in met en wacht totdat de zelftest klaar is. • Plaats de disposable en gebruik de geneesmiddelenbibliotheek volgens de gebruiksaanwijzing. • Selecteer het gewenste geneesmiddel met en druk op l. De pomp toont nu de mogelijke therapieprofielen. •...
  • Pagina 42: Doseren Over Tijd

    SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Opmerking: de toediening van geneesmiddelen kan in de intermitterende modus op elk moment worden gestopt en hervat door op te drukken. Dit heeft geen gevolgen voor de therapieparameters. Tijdens de infusie is het mogelijk het bolusvolume, de hoeveelheid geneesmiddel, de VTBI en het tijdsinterval te wijzigen.
  • Pagina 43 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Opmerking: Doseren over tijd mag uitsluitend worden toegepast door ervaren gebruikers die bekend zijn met de beginselen van de werking van de modus Doseren over tijd en die naar behoren zijn geïnstrueerd in het gebruik van het betreffende apparaat.
  • Pagina 44 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Voer zo nodig de totale dosis in en bevestig met De editor voor tijd wordt weergegeven wanneer er een geneesmiddel uit de geneesmiddelenbibliotheek is geselecteerd voor de therapie Doseren over tijd en er geen standaardwaarde voor de tijd is ingevoerd in de bibliotheek. De editor wordt ook weergegeven als de tijd wordt bewerkt in het hoofdmenu.
  • Pagina 45: Take Over Mode (Tom) (Overnamemodus) (Optioneel)

    SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 3.11 Take Over Mode (TOM) (overnamemodus) Take Over Mode is een functie om de gebruiker bij het vervangen van spuiten te ondersteunen door automatisch een tweede Perfusor® Space pomp te starten wanneer de eerste leeg is. De tweede pomp neemt de infusiesnelheid automa- tisch over van de eerste pomp.
  • Pagina 46 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 • Navigeer door de lijst met en selecteer het patiëntprofiel met l. Het patiëntprofiel van de tweede pump moet identiek zijn aan de eerste. Opmerking: Als er geen profiel is ingesteld wordt deze stap overgeslagen. • Navigeer door de lijst met en selecteer op alfabetische volgorde (alle geneesmiddelen) of binnen een categorie metl.
  • Pagina 47 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Opmerking: Opstartgedrag wordt niet door TOM beïnvloed. Zie hoofdstuk Aanloop- en Trompetcurven. Opmerking: Gebruik een afzonderlijke patiëntverbinding voor een Take Over Mode infusie (bijvoorbeeld een verlengingsset met een kleine diameter) of een terugslagventiel voor lijnen die via dezelfde toegang lopen en niet voor de Take Over Mode functie worden gebruikt.
  • Pagina 48 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Aanbeveling Zorg ervoor dat de eerste Perfusor® Space pomp infundeert Zorg ervoor dat de eerste Perfusor® Space pomp in 'continu-modus' staat (d.w.z. ml/h of een dosissnelheid, geen KVO, PCA enz.) Data Lock deactiveren Tussen de pompen moet een dataverbinding actief zijn –...
  • Pagina 49 SPECIALE FUNCTIES Hoofdstuk 3 Wijzigingen in TOM-systeem: Wijziging Reactie Snelheid gewijzigd in Geen gebruikersinteractie nodig, start pomp infusie op de nieuwe snelheid als spuit leeg is. pomp is gestopt pomp geeft het alarm “verbinding verbroken – TOM geannuleerd”. TOM kan worden gereactiveerd door in te pomp wordt in standby drukken en vervolgens...
  • Pagina 50: Hoofdstuk 4 Autoprogramming

    AUTOPROGRAMMING Hoofdstuk 4 A U TO P R O G R A M M I N G Opmerking: Alle normale pompfuncties worden gehandhaafd als opdrachten via de automatische programmeerfunctie worden ontvangen. De pomp kan draadloos geneesmiddel opdrachten van het elektronisch patiëntendossier ontvangen of via de SpaceStation met SpaceCom.
  • Pagina 51 AUTOPROGRAMMING Hoofdstuk 4 • l Navigeer met de pijltoetsen naar de waarden om deze te bevestigen. Opmerking: De opdracht kan voor het bevestigen van de opdracht worden geannu- leerd. • Als alle waarden bevestigd zijn, wordt het hoofdmenu weergegeven. Opmerking: Er wordt een soft limietmelding weergegeven als een waarde de ingestelde soft limiet van de geneesmiddelenbibliotheek overschrijdt.
  • Pagina 52 AUTOPROGRAMMING Hoofdstuk 4 Bij PIGGYback: • Boven in het scherm verschijnt een melding die aangeeft dat er een update beschikbaar is voor PRIMary. • Druk op de toets om de opdracht te bekijken. • Volg de aanwijzing, druk op som de opdracht te accepteren of op de toets om de opdracht te annuleren en te houden voor later.
  • Pagina 53 AUTOPROGRAMMING Hoofdstuk 4 Nieuwe PIGGYback-opdracht terwijl een PIGGYback-infuus is ingeschakeld: • Volg de aanwijzingen op het scherm om het huidige infuus te onderbreken. Opmerking: Een PIGGYback-opdracht kan worden uitgesteld door op de toets te drukken om de opdracht te annuleren en met 'ja' te antwoorden op de vraag of de opdracht moet worden uitgesteld.
  • Pagina 54: Hoofdstuk 5 Opties

    OPTIES Hoofdstuk 5 O P T I E S De optiefuncties kunnen worden gewijzigd terwijl de pomp in toediening of gestopt is. Selecteer "Opties" in het hoofdmenu en druk op om een menu item te bewerken. Selecteer vervolgens met de gewenste functie en volg de aanwijzingen zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing.
  • Pagina 55: Occluguard & Druksprong-/Drukdalingdetectie (Optioneel)

    OPTIES Hoofdstuk 5 Wanneer het occlusiedrukniveau lager moet zijn dan niveau 1, moet dit worden geactiveerd via de servicetool. De editor wordt uitgebreid met maximaal 3 streepjes. een streepje = 10 mmHg twee streepjes = 50 mmHg drie streepjes = 75 mmHg Bevestig het nieuwe druknive- au met en ga terug naar...
  • Pagina 56 OPTIES Hoofdstuk 5 respectievelijke dalingen van de infusiedruk die kunnen worden veroorzaakt door problemen met de IV-toegang of wijzigingen in de pomppositie in het SpaceStation. Druksprong-/drukdalingdetectie-activering / -deactivering vanuit het hoofdmenu • Ga naar het menu Opties en druk op l. •...
  • Pagina 57 OPTIES Hoofdstuk 5 OccluGuard- Betekenis Aanbeveling symbool OccluGuard is actief. n.v.t. De infusie loopt stabiel In afwachting – OccluGuard wacht op n.v.t. meer gegevens OccluGuard heractiveert automatisch OccluGuard inactief zodra de infusiesnelheid onder het drempelniveau zakt - zie hierboven. Bevestig het alarm en controleer de IV-toegang, het IV-systeem en de spuit Er is een occlusie en zoek de oorzaak van de occlusie.
  • Pagina 58: Data Lock

    OPTIES Hoofdstuk 5 Wanneer er een wijziging wordt aangebracht aan het infusiesysteem (zoals toevoeging of verwijdering van een pomp bij een SpaceStation, een wijziging van de infusiesnelheid, een bolustoepassing), dan zal de OccluGuard en druk- sprong-/drukdalingdetectie tijdelijk in de stand ‘bezig’ ( ) worden gezet, zodat het systeem een hydrostatische balans kan bereiken om op die manier valse alarmmeldingen te vermijden.
  • Pagina 59: Bolussnelheid

    OPTIES Hoofdstuk 5 Activeren van de functie: • Open data lock in Optie Menu met l. • Kies tussen niveau 1, 2 of 3 (indien geactiveerd) met en bevestig met k. • Voer code in met en druk op om data lock te activeren. Veranderingen van de beveiligde waardes alsmede de bolusfunctie die met zijn gemarkeerd, zijn alleen mogelijk na het invoeren van de code.
  • Pagina 60: Alarmvolume

    OPTIES Hoofdstuk 5 • Selecteer met tussen 9 contrast- en displayverlichtingsniveaus (1=laag, 9=hoog) en bevestig met k. Ga op dezelfde wijze verder met de toetsenbordverlichting, deze verlichting kan volledig uitgezet worden voor lichtgevoelige medicatie. 5.7 Alarmvolume Selecteer tussen 9 verschillende alarmvolume niveaus. •...
  • Pagina 61: Alarmeringen

    ALARMERINGEN Hoofdstuk 6 ALARMERINGEN De Perfusor® Space is uitgerust met een geluidsalarm en optisch alarm. Alarm- Geluids- Optisch signaal Personeels- Gebruikers- signaal Rode LED type oproep bevestiging Gele LED Tekst Appa- Knippert Apparaat- Druk op en volg raat- alarm en de aanwijzingen op alarm alarmnummer...
  • Pagina 62 ALARMERINGEN Hoofdstuk 6 Onderdruk het geluidsalarm en de personeelsoproep door te bevestigen met c. Het display en LED blijven in vooralarm tot het gebruiksalarm aangaat. Een vooralarm leidt niet tot een onderbreking van de infusie. Tekst in display Reden vooralarm “Spuit bijna leeg “...
  • Pagina 63 ALARMERINGEN Hoofdstuk 6 Gebruiksalarm: Het display toont 'alarm', dit is een operationeel alarm en heeft de optie om het alarm te bevestigen door op te drukken of het alarm te dempen door op te drukken. Als het alarm wordt gedempt, blijft de alarmmelding zichtbaar op het scherm totdat het wordt bevestigd door op te drukken.
  • Pagina 64 ALARMERINGEN Hoofdstuk 6 “Accudeksel verwijderd“ Het deksel van het accucompartiment is niet goed gesloten. Wanneer het deksel van het accu- compartiment gesloten wordt, let dan op de “klik”. “Aandrijving geblokkeerd “ Een beïnvloeding van buitenaf heeft de aandrijving ervan weerhouden naar voren te bewegen.
  • Pagina 65: Herinneringsalarm

    ALARMERINGEN Hoofdstuk 6 “Infusie overgenomen door andere pomp” Infusie is overgedragen aan de tweede Perfusor® Space pomp (uitsluitend Take Over Mode) De rode led gaat uit als het alarm wordt erkend. Waarschuwing: Wanneer een sleutel in de display verschijnt en/of het gele, rode en blauwe LED knipperen, dan is de pomp in de onderhoudsfunctie en is het niet toegestaan de pomp bij een patiënt te gebruiken.
  • Pagina 66: Alarmaanwijzing

    6.4 Alarmaanwijzing Indien er onjuiste gegevens worden ingevoerd toont het display bijbehorende aanwijzingen (bijv. “Bolussnelheid buiten het bereik”; “Downloaden mislukt”; “Parameter niet te wijzigen”). Deze aanwijzingen duren enkele seconden voordat ze verdwijnen, waarbij geen andere vorm van alarmsignaal wordt geactiveerd, en ze hebben geen bevestiging nodig.
  • Pagina 67: Hoofdstuk 7 Accubedrijf En Onderhoud

    ACCUBEDRIJF EN ONDERHOUD Hoofdstuk 7 A C C U B E D R I J F E N O N D E R H O U D Een nieuwe accu heeft een levensduur van 8 uur bij 25 ml/uur. Voor optimale behandeling van de accu's zijn de apparaten uitgerust met een bescherming tegen overbelasting en uitputting.
  • Pagina 68 ACCUBEDRIJF EN ONDERHOUD Hoofdstuk 7 Aanwijzingen voor een optimaal gebruik van de accu: De feitelijke levensduur van de accu kan variëren afhankelijk van: • de omgevingstemperatuur • de variaties in belasting (bijvoorbeeld frequente bolussen). De optimale levensduur van de accu kan alleen bereikt worden indien de accu van tijd tot tijd compleet wordt ontladen.
  • Pagina 69 ACCUBEDRIJF EN ONDERHOUD Hoofdstuk 7 Een accu dient niet meer gebruikt te worden als het verwisselen van een spuit een 'Accu bijna leeg' of een 'Accu leeg' alarm veroorzaakt bij een volledig opgeladen accu. Let op: Accu’s kunnen exploderen of lekken als ze geopend of verbrand worden. Houd rekening met de aanwijzingen voor het afvoeren van de accu!
  • Pagina 70: De Beschikbaarheid Hoofdstuk 8 Compatibele Spuiten

    COMPATIBELE SPUITEN Hoofdstuk 8 COMPATIBELE SPUITEN De soorten spuiten die in de volgende tabellen worden opgesomd kunnen met de Perfusor® Space worden gebruikt. Zie het aangegeven materiaalnummer (Mat.-nr. ) om voor de verschillende merken de spuitcompatibiliteit te verzekeren. Het Time to Occlusion -alarm is gemeten op 5 ml/u.
  • Pagina 71 COMPATIBELE SPUITEN Hoofdstuk 8 Fabrikant: Medtronic / Covidien Type spuit Monoject® Monoject® Monoject® Monoject® Monoject® Monoject® Medtronic / Covidien 3 ml 6 ml 12 ml 20 ml 35 ml 50/60 ml 8881- 8881- 8881- 8881- 8881- 8881- Mat.-nr. 513934 516937 512878 520657 535762...
  • Pagina 72 COMPATIBELE SPUITEN Hoofdstuk 8 Fabrikant: TERUMO 3 ml 5 ml 10 ml 20 ml 30 ml 50 ml Type spuit TERUMO EU/USA/JAP Mat.-nr. SS+03L1 SS+05L1 SS*10LE1 SS+20L1 SS+30L1 SS+50L1 SS+10L1 SS*30LE1 typ. typ. typ. typ. typ. Tijd tot occl. typ. 0:43 0:35 0:55...
  • Pagina 73 COMPATIBELE SPUITEN Hoofdstuk 8 Fabrikant: Becton Dickinson Type spuit BD Precise BD Precise B-D Precise 50 ml A/P 20 ml A/P Mat. nr. 300144 300141 Tijd tot occl. [mm:ss] 03:17 01:11 [mm:ss] 16:36 05:03 Fabrikant: Polfa Type spuit Polfa 50 ml Mat.
  • Pagina 74 COMPATIBELE SPUITEN Hoofdstuk 8 Niet in IEC/EN 60601-2-24 gespecificeerde spuiten Voedingspompen zijn, in tegenstelling tot infusiepompen, niet geclassificeerd als Klasse IIb in overeenstemming met de infusiepompnorm IEC/EN 60601-2-24. Er zijn daarom geen directe richtlijnen voor wat betreft de technische kenmerken (nauwkeurigheid van de infuussnelheid, alarmparameters etc.) van de relevante disposables.
  • Pagina 75: Van De Genoemde Hoofdstuk 9 Aanloop- En Trompetcurven

    AANLOOP- EN TROMPETCURVEN Hoofdstuk 9 AANLOOP- EN TROMPETCURVEN Aanloopcurven Trompetcurven De grafieken tonen de nauwkeurigheid/constantheid van de flow ten opzichte van de tijd. Houd rekening met het volgende: Op afwijkende technische gegevens van de pomp kan geen garantie worden gegeven, aangezien de fabrikant de spuitspecificaties die voor de nauwkeurigheid van het systeem van belang zijn zonder voorafgaande kennisgeving kan aanpassen.
  • Pagina 76 AANLOOP- EN TROMPETCURVEN Hoofdstuk 9 Trompetcurven Gemeten waarden voor het tweede uur voor elk geval. Meetinterval t = 0,5 min Observatie-interval p x t [min] Opstartcurven Meetinterval t = 0,5 min Gemeten duur T = 120 min Flow Q (ml/uur) Adviezen voor het selecteren van de juiste grootte van injectiespuiten Het apparaat moet worden gebruikt met de kleinst mogelijke, klinische acceptabele, injectiespuit.
  • Pagina 77: Afhankelijk Van De Hoofdstuk 10 Technische Gegevens

    TECHNISCHE GEGEVENS Hoofdstuk 10 T E C H N I S C H E G E G E V E N S Type apparaat Spuitenpomp Classificatie (volgens IEC/EN 60601-1) Defibrillator-proof; CF apparatuur Beschermingsklasse II; Beschermingsklasse I in combinatie met SpaceStation Classificatie (volgens richtlijn 93/42 EEC) IIb Vochtbescherming IP 22 (beschermd tegen druppels bij...
  • Pagina 78 TECHNISCHE GEGEVENS Hoofdstuk 10 Volumevoorselectie 0.1 - 99.99 ml in stappen van 0.01 ml 100.0 – 999.0 ml in stappen van 0.1 ml 1000 – 9999 ml in stappen van 1 ml Tijdvoorselectie 00:01 – 99:59 h Nauwkeurigheid van ingestelde infuussnelheid ±...
  • Pagina 79 TECHNISCHE GEGEVENS Computerconnecties USB connectie in combinatie met B. Braun interface lead CAN SP (8713230) inclusief elektrische isolatie. Neem veiligheidseisen in acht. Historie protocol < 3000 laatste historische handelin- gen, 100 events voor systeemdiagnose. Raadpleeg de aparte documenten over de Historyviewer voor uitgebreide informatie.
  • Pagina 80 TECHNISCHE GEGEVENS Hoofdstuk 10 EMC (ELECTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT) Richtlijn en verklaring van de fabrikant over elektromagnetische compatibiliteit Het Space-systeem gebruikt RF-energie alleen voor de RF-emissies Groep 1 interne functies. Daarom zijn de RF-emissies bijzonder CISPR 11 laag en kunnen interferenties van elektronische appara- tuur in de directe omgeving nagenoeg worden uitgeslo- ten.
  • Pagina 81 TECHNISCHE GEGEVENS Hoofdstuk 10...
  • Pagina 82 TECHNISCHE GEGEVENS Hoofdstuk 10...
  • Pagina 83 TECHNISCHE GEGEVENS Hoofdstuk 10 OPMERKING 3: Verschillende testwaarden van IEC 60601-2-24 zijn aangegeven in de tabel. Bij deze testwaarden zijn geen gevaarlijke storingen toegestaan terwijl bij de lagere testwaarden van IEC 60601-1-2. Veldsterktes van vaste zenders zoals basisstations voor draadloze (mobiele) telefoons en draadloze zenders, amateurzenders, AM- en FM-radio- en TV-zenders kunnen theoretisch niet nauw- keurig worden voorspeld.
  • Pagina 84: Verantwoordelijkheid Van De Fabrikant

    GARANTIE / TSC* / SERVICE / DESINFECTEREN / TRAINING / VERWIJDERING Hoofdstuk 11 G A R A N T I E / T S C * / S E R V I C E / T R A I N I N G / D E S I N F E C T E R E N / V E R W I J D E R I N G Verantwoordelijkheid van de fabrikant De fabrikant, samensteller, installateur of importeur beschouwt zichzelf alleen...
  • Pagina 85: Regelmatige Controle

    GARANTIE / TSC* / SERVICE / DESINFECTEREN / TRAINING / VERWIJDERING Hoofdstuk 11 Technical Safety Check / Service Het wordt aanbevolen de Technical Safety Check (technische veiligheids- controle) elke 2 jaar uit te voeren. Deze dient te worden gedocumenteerd. Onderhoudswerk dient uitsluitend te worden uitgevoerd door personeel dat door is geïnstrueerd en geautoriseerd.
  • Pagina 86 GARANTIE / TSC* / SERVICE / DESINFECTEREN / TRAINING / VERWIJDERING Hoofdstuk 11 zichtbare gebreken of een beschadigde bekleding voordat het apparaat weer in gebruik wordt genomen. Gebruik een reinigingsmiddel voor elektrische contac- ten dat het plastic niet aantast om, indien nodig, vuil dat is achtergebleven in het binnenste van de elektrische aansluitingen te verwijderen.
  • Pagina 87: Verwijdering

    GARANTIE / TSC* / SERVICE / DESINFECTEREN / TRAINING / VERWIJDERING Hoofdstuk 11 Verwijdering Zowel de pompen als BatteryPack SP kunnen naar B. Braun worden gezonden ter verdere verwerking. Houdt u bij het verwijderen van disposables en infusievloeistoffen aan de geldende hygiëne- en verwijderingsvoorschriften. Inspectie bij levering Ondanks zorgvuldige verpakking kan het risico op transportschade niet volledig worden uitgesloten.
  • Pagina 88: Hoofdstuk 12 Gebruiksaanwijzing Voor Accessoires

    GEBRUIKSAANWIJZING VOOR ACCESSOIRES Hoofdstuk 12 G E B R U I K S A A N W I J Z I N G V O O R A C C E S S O I R E S SpaceStation (8713140) Station voor maximaal vier pompen.
  • Pagina 89 GEBRUIKSAANWIJZING VOOR ACCESSOIRES Hoofdstuk 12 1.) Verbind elke connector van de Combi Lead 12 V met het contact P2 aan de achterzijde van elke pomp. 2.) Verbind de Connection Lead SP met Combi Lead SP. 3.) Plaats de connector van de Lead SP in de 12 V voeding. Opmerking: een maximum van drie connectors kunnen op elkaar geplaatst worden in contact P2.
  • Pagina 90: Connection Lead Voor Zusteroproep

    GEBRUIKSAANWIJZING VOOR ACCESSOIRES Hoofdstuk 12 Connection Lead SP (12 V) (8713231) Plaats de Connection Lead SP (12 V) op de volgende wijze: 1.) Verbind de plug met contact P2 aan de achterzijde van de pomp of F3 van het SpaceStation. 2.) Plaats de connection lead in het 12V contact van de auto.
  • Pagina 91 GEBRUIKSAANWIJZING VOOR ACCESSOIRES Hoofdstuk 12 pomp uit pomp aan pomp uit statisch gebruiksalarm zonder alarm UIT- alarm * toediening dynamisch 1 sec. alarm zonder UIT–alarm toediening dynamisch 1 sec. 1 sec. alarm UIT–alarm toediening in de modus ‘statisch zonder UIT-alarm’, kan de personeelsoproep onderdrukt worden met k. Waarschuwing: doordat de personeelsoproep defect kan raken, niet herkend wordt of niet getest is tijdens de zelftest van de pomp, dient de gebruiker de...
  • Pagina 92 GEBRUIKSAANWIJZING VOOR ACCESSOIRES Hoofdstuk 12 P C A - a c c e s s o i r e s • Space PCA-Kit (REF 8713554) bestaat uit: - Vraagknop - Klitterband voor bevestiging van de vraagknop om de arm van de patiënt - Lijnverbinding tussen haak en lustape en vraagknop - Metalen clip...
  • Pagina 93: Veiligheidscontrole Bestelgegevens

    BESTELGEGEVENS Art. B. Braun Perfusor® Space (100 – 240 V)..........8713030 Aanbevolen accessoires voor de B. Braun Perfusor® Space: PoleClamp SP....................8713130 PPower Supply SP EU III ................8713110D Power Supply SP EU III 3.0m ................8713123D Power Supply SP GB III..................8713111D Power Supply SP US III ..................8713112D Power Supply SP AU III..................8713113D Power Supply SP-RSA plug III ..............8713115D Power supply SP CN III ..
  • Pagina 94 BESTELGEGEVENS 50ml, light protection orange, aspiration needle and 15 µm particle filter..............8728861F-06 50ml, yellow inked cylinder and aspiration needle ......8728801F Omnifix® syringes Omnifix® 50/60 ml Luer Lock ..............4617509F Omnifix® 30 ml Luer Lock ................4617304F Omnifix® 20 ml Luer Lock ................4617207V Omnifix®...
  • Pagina 95 BESTELGEGEVENS Specific Original Perfusor® lines Transparent UV - light protected, 150 cm, PE - tube 0.9 mm, Luer Lock ..............8723017 Black PE tube 0.9 mm, 150 cm, Luer Lock ..........8723010 Black PVC tube 1,5 mm, 150 cm, Luer Lock ...........8722919 Type PCA, PVC tube 1,5 mm, 150 cm, Luer Lock ........8726019 with 0.2 µm Sterifix filter, PVC tube 1,5 mm, 200cm, Luer Lock ....................8723001...
  • Pagina 98 Gefabriceerd door B. Braun Medical B.V. B. Braun Melsungen AG Hospital Care 34209 Melsungen Postbus 6595340 AR OSS Germany Tel 0412-672411 Fax 0412-672490 Tel +49 (0) 56 61 71-0 info.bbmnl@bbraun.com 38916550 • Tekeningnummer I0688700201 www.bbraun.com 0417 38916550N_PSP_NL_190617 LLD Order 3508...

Inhoudsopgave