De machine voorbereiden op de behandeling
Veneuze druk (PV)
De veneuze druk PV (druk tussen kunstnier en patiënt) is de belangrijkste
druk voor de veiligheid van de patiënt. Daarom kan de absolute veneuze
onderlimiet (Min. PV) alleen in TSM-modus door service technici worden
gewijzigd.
In de dubbelnaalds therapie wordt het veneuze druklimietkader na elke
aanpassing van de bloedflow ingesteld op 10 seconden. De onderlimiet van
het limietkader wordt dan dynamisch herleid naar de PV om een
minimumafstand tot de huidige druk te bereiken.
Als de hogere PV-limiet langer dan 3 seconden wordt overschreden, wordt de
bloedpomp gestopt, de veneuze lijnklem SAKV gesloten en een alarm
gegenereerd. Een expliciete herkenning van infusie in weefsel is niet
geïmplementeerd.
Als PV langer dan 3 seconden onder de onderlimiet blijft, wordt een drukalarm
gegenereerd.
Ingangsdruk bloedzijde (PBE)
De toegangsdruk bloedzijde PBE (druk tussen bloedpomp en kunstnier) wordt
op dezelfde manier bewaakt als de arteriële druk. Daar de PBE alleen kan
toenemen tijdens de behandeling, kunnen alleen de absolute bovenlimiet
(max. PBE) en de bovenlimiet van het limietkader (max. delta) worden
ingesteld.
Transmembraandruk (TMP)
De TMP van de kunstnier wordt bewaakt op dezelfde manier als de arteriële
druk, waarbij rekening wordt gehouden met de veneuze druk PV,
dialysaatuitstroomdruk PDA en toegangsdruk bloedzijde PBE. Het limietkader
is niet afhankelijk van de kunstnier.
Als het limietkader wordt overschreden in de dubbelnaalds procedure dan
wordt een alarm geactiveerd. Als de absolute limiet wordt overschreden wordt
de kunstnier ook ontkoppeld. Als TMP onder -100 mmHg valt, wordt de
ultrafiltratie gestopt en een alarm geactiveerd.
Wanneer de limietbewaking is uitgeschakeld in
monitoren van de max. TMP nog steeds actief. Bypass activeren of bloedflow
veranderen leidt ertoe dat het limietkader opnieuw wordt gecentreerd. De
laagste waarde van het TMP-limietkader kan worden aangepast in het
Gebruikersinstellingen
-venster voor gebruik van highflux kunstnieren.
De absolute TMP onderlimiet kan worden ingesteld op -100 mmHg. De
backfiltratie waarschuwing als de -10 mmHg wordt bereikt, is dan niet van
toepassing.
WAARSCHUWING!
Risico voor de patiënt vanwege backfiltratie.
Als het TMP-limietbereik wordt gewijzigd, kan backfiltratie optreden.
•
Gebruik van dialysaatvloeistoffilter Diacap Ultra wordt aanbevolen.
•
Bij een technisch defect een technicus waarschuwen.
Andere druklimieten kunnen door bevoegde gebruikers worden ingesteld in
Gebruikersinstellingen
Min. Max. parameters
,
Voor waarden en berekeningen, zie hoofdstuk Technische Gegevens.
IFU 38910517NL / Rev. 1.04.01 / 04.2020
Dialog iQ
Gebruikersinstellingen
, is het
.
5
123