Functies
11.6
KUFmax
Hemodiafiltratie (HDF) combineert hemodialyse met hemofiltratie (zie sectie
3.2.4 Hemodiafiltratie (HDF Online) (34)). Bij hemofiltratie worden grote
hoeveelheden vocht uit de patiënt verwijderd. Deze vloeistof wordt vervangen
door een steriele elektrolytvloeistof voor de kunstnier (predilutie) of na de
kunstnier (postdilutie). Voorwaarden voor een effectieve HDF zijn daarom een
hoge ultrafiltratiesnelheid en de juiste relatie tussen bloedstroom, dialysaat-
vloeistofflows substitutiesnelheid.
Bij HDF is convectie door het kunstniermembraan het fysische principe voor
het verwijderen van middenmoleculaire stoffen uit het bloed van de patiënt.
Recente proeven en studies tonen aan dat de resultaten van de behandeling
verbeteren als er hoge convectievolumes worden bereikt. Maar convectie
heeft het neveneffect dat de hematocriet sterk toeneemt in de kunstnier. Een
te hoog convectievolume wordt daarom vaak geassocieerd met hemoconcen-
tratie, stolling, verlies van kunstnieroppervlak, verlies van albumine en
behandelingsproblemen als gevolg van drukalarmen (bijv. TMP).
De KUFmax-functie wordt gebruikt in HDF Online behandeling met postdilutie
om de optimale convectiestroom te berekenen in termen van differentiële
convectie verkregen door een differentiële TMP die nodig is in een
dialysesysteem, en om de substitutiesnelheid dienovereenkomstig in te
stellen. In klinische tests heeft deze functie de volgende voordelen
aangetoond in vergelijking met HDF bij een te hoge convectiestroom:
•
grote verwijdering van β-2 microglobuline,
•
aanzienlijk minder verlies van albumine,
•
aanzienlijke vermindering van het aantal gebruikersinterventies,
•
hogere prestatie van voorgeschreven convectievolume.
11.6.1
Gebruik en bedrijfsmodus
K
max-bepaling
UF
Voor K
-berekening (zie ook sectie 13.10 Formules (429)), stelt de machine
UF
de convectieflow Q
in, meet de TMP en berekent de ultrafiltratiecoëfficiënt
UF
K
. Bepaling van de K
UF
UF
parabolische werking (Afb. 11-25): K
parabool (maximale waarde), en neemt daarna af als Q
verhoogd. Door de bepaalde waarden aan te passen met een regressiecurve
2
(f(x) = Ax
) + Bx + C), kunnen de maximale ultrafiltratiecoëfficiënt (K
en de bijbehorende convectiestroom (Q
35
30
25
20
15
10
5
0
0
20
40
60
Q
(ml/min)
UF
Afb. 11-25 Principe van K
max-bepaling
UF
IFU 38910517NL / Rev. 1.04.01 / 04.2020
voor verschillende Q
-waarden geeft een typische
UF
neemt eerst toe, tot het toppunt van de
UF
) worden afgeleid.
UF
K
max
UF
80
100
120
140
Dialog iQ
nog steeds wordt
UF
max)
UF
297
11