Download Print deze pagina

B.Braun Dialog iQ Gebruiksaanwijzing pagina 273

Sw 1.04 series

Advertenties

Functies
Alarm
Standaard
Systolische
70 mmHg
onderlimiet
Systolische
200 mmHg
bovenlimiet
Diastolische
40 mmHg
onderlimiet
Diastolische
130 mmHg
bovenlimiet
Polsfrequentie
50 bpm
overschrijdt
onderlimiet
Polsfrequentie
140 bpm
overschrijdt
bovenlimiet
Instelling voor cyclische meting
Start Cyclus
1.
Selecteer
ingestelde meetfrequentie te activeren/deactiveren.
Cyclusfrequentie
2.
Selecteer
interval: 1 tot 60 minuten.
Met TSM-modus kan worden ingesteld of cyclische metingen worden
beëindigd als wordt omgeschakeld naar desinfectie.
LET OP!
Na een eerste meting behoren de alarmlimieten dichter rond de huidige
bloeddruk waarden ingesteld te worden. De voorgestelde alarmlimieten liggen
normaal rond ±30 mmHg, in kritische gebieden bij ±10 mmHg rond de laatste
meting. Om de beste metingen te krijgen moet de bloeddruk manchet op hart
niveau zijn, zodat de gemeten bloeddruk door het hoogteverschil niet teveel
afwijkt van de actuele bloeddruk.
Andere ABPM-parameters kunnen worden ingesteld in de
instellingen
door bevoegde gebruikers.
IFU 38910517NL / Rev. 1.04.01 / 04.2020
Onderlimiet
50 mmHg
70 mmHg (maar niet
lager dan ingestelde
onderlimiet
systolisch)
40 mmHg
40 mmHg (maar niet
lager dan ingestelde
onderlimiet
diastolisch)
40 bpm
50 bpm (maar niet
lager dan ingestelde
lagere
polsfrequentie)
AAN
,
(Afb. 11-8, ④ ) om cyclische metingen met de
③ om de meetfrequentie in te stellen. Mogelijk
Dialog iQ
Bovenlimiet
200 mmHg (maar niet
hoger dan ingestelde
bovenlimiet
systolisch)
245 mmHg
130 mmHg (maar niet
hoger dan ingestelde
bovenlimiet
diastolisch)
220 mmHg
140 bpm (maar niet
hoger dan ingestelde
hogere
polsfrequentie)
200 bpm
Gebruikers-
273
11

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

710401 series710402 series710407 series710408 series