Dialog iQ
9
226
9.1.4
De SNCO-behandeling uitvoeren
Patiënt aansluiten en behandeling starten
SNCO-behandeling ondersteunt zowel de witte als rode aansluiting van de
patiënt (zie sectie 6.2 Patiënt aansluiten en behandeling starten (135)). In
deze sectie wordt alleen de rode verbinding beschreven.
Bij de witte aansluiting duurt het langer tot er bloed wordt gedetecteerd bij de
rode detector (RDV) van de veiligheidsluchtdetector (SAD).
Patiënt aansluiten
1.
Tik op pictogram
De machine schakelt naar Aansluiting-modus.
2.
Bevestig de patiëntgegevens (zie sectie 6.1 Contoleer patiëntgegevens
(133)).
3.
Sluit arteriële bloedlijn aan de patiënt aan.
4.
Start bloedpomp en stel bloedflow in.
Bloedlijnsysteem wordt gevuld met bloed. Zodra er bloed wordt
gedetecteerd op de rode sensor in de veiligheidsluchtdetector (SAD),
stopt de bloedpomp automatisch en wordt een bericht (
aangesloten?
) geactiveerd.
WAARSCHUWING!
Risico voor de patiënt vanwege bloedverlies!
•
Controleer of canules goed zijn bevestigd.
•
Controleer of alle aansluitingen goed aangedraaid zijn.
•
Als veneus wordt aangesloten, controleer dan of alle aansluitingen goed
en stevig vast zitten.
5.
Veneuze bloedlijn aan de patiënt verbinden.
6.
Herstart bloedpomp.
De behandeling begint.
7.
Schakel indien nodig bypass uit (afhankelijk van de configuratie).
Auto-modus
8.
Selecteer
IFU 38910517NL / Rev. 1.04.01 / 04.2020
Enkel-naalds behandeling
.
Aan
Uit
,
of
.
Patiënt