Advertenties
Dialog iQ
8
214
4.
Sluit de arteriële lijn met de connector aan op substitutielijn tussen
substitutiepoort en substitutiepomp.
5.
Open klem op substitutielijn.
6.
Open de klem op de arteriële bloedlijn.
Optie 2: Standaard hemodialyse is voltooid (geen gebruik van substitutielijn):
1.
Monteer de connector (bijgeleverd bij het bloedlijnsysteem) op de
substitutiepoort.
Gebruik altijd de connector om te voorkomen dat de substitutiepoort in contact
komt met bloed.
2.
Arteriële patiëntaansluiting afklemmen.
3.
Sluit de klem op de arteriële bloedlijn.
4.
Verwijder arteriële lijn van de patiënt.
5.
Sluit de arteriële lijn aan op de connector.
6.
Open de klem op de arteriële bloedlijn.
Reïnfusie van bloed en de patiënt loskoppelen
Als de substitutieflow wordt onderbroken (bijvoorbeeld als gevolg van een
defecte geleidbaarheid), voert u een reïnfusie uit met een zoutzak zoals
beschreven in sectie 6.5 Reïnfusie (163).
In het geval van een bloedpompmankement, moet de procedure handmatig
worden uitgevoerd zoals beschreven in de sectie 12.9 Handmatig
terugvloeien van bloed (408).
Tijdens reïnfusie worden limietkaders ingesteld op hun maximumwaarden.
Reïnfusie vereist bijzondere zorg.
1.
Bloedpomp starten.
De teruggegeven bloedhoeveelheid ① wordt aangegeven op het
scherm.
IFU 38910517NL / Rev. 1.04.01 / 04.2020
HDF online/HF online
Advertenties
Hoofdstukken
