1. Draai de contramoeren los waarmee de koppelingskabel
vastzit aan de beugel op de koppelingsbehuizing
(Figuur 69).
Figuur 69
1. Koppelingskabel
2. Contramoeren
Opmerking: U kunt de kogelverbinding verwijderen
en draaien als extra afstelling wenselijk is.
2. Maak de contraveer los van de versnellingspook.
3. Stel de contramoeren en/of kogelverbinding zo af,
dat de onderkant van het achterste deel van het
koppelingspedaal 9,5 ± 0,3 cm is verwijderd van het
ruitprofiel van de antislipvloerplaat, wanneer een kracht
van 1,8 kg wordt uitgeoefend op het pedaal (Figuur 70).
Figuur 70
1. Koppelingspedaal
Opmerking: Er wordt kracht uitgeoefend zodat
het druklager van de koppeling de vingers van
koppelingsdrukplaat licht aanraakt.
4. Draai de contramoeren weer vast nadat u het pedaal
heeft afgesteld.
5. Controleer nogmaals of de afstand 9,5 ± 0,3 cm is,
nadat de contramoeren zijn vastgedraaid, ten behoeve
van een goede afstelling. Indien nodig opnieuw
afstellen.
6. Maak de contraveer vast aan de versnellingspook.
3. Contraveer
4. Kogelverbinding
2. 9,5 ± 0,3 cm
Belangrijk: Zorg ervoor dat het stanguiteinde
rechtop en niet scheef op de kogel is geplaatst en
parallel met het koppelingspedaal loopt nadat de
contramoer is vastgedraaid (Figuur 71).
1. Stangeind van
koppelingskabel
2. Koppelingspedaal
Opmerking: De speling van het koppelingspedaal
mag nooit minder dan 19 mm bedragen.
De snelheidsmeter omzetten
U kunt de snelheidsmeter van mph omzetten naar km/u of
vice versa.
1. Plaats het voertuig op een horizontaal oppervlak, zet
de motor af, stel de parkeerrem in werking en verwijder
het sleuteltje uit het contact.
2. Verwijder de motorkap. Zie De motorkap verwijderen
(bladz. 38).
3. Naast de snelheidsmeter bevinden zich twee losse
draadjes.
4. Verwijder de stekker uit de kabelboom en sluit de
draadjes op elkaar aan.
De snelheidsmeter schakelt over naar km/u of mph.
5. Plaats de motorkap.
52
Figuur 71
3. Contramoer van stangeind
4. Parallel