maakt u een bocht die scherper is dan uw rijsnelheid toelaat.
Verminder uw snelheid!
Remmen
Het is verstandig om uw snelheid te verminderen wanneer u
een obstakel nadert. Dit geeft u extra tijd om te stoppen of
te draaien. Als u een obstakel raakt, kunnen het voertuig en
de lading worden beschadigd. En wat belangrijker is, u en uw
passagier kunnen letsel oplopen. Het maximaal toelaatbare
totaalgewicht van het voertuig heeft een belangrijke invloed
op uw vermogen het voertuig tot stilstand te brengen en/of
te draaien. Bij een zware ladingen en zware werktuigen wordt
het moeilijker een voertuig tot stilstand te brengen of te
draaien. Hoe zwaarder de lading, des te meer tijd het kost de
machine tot stilstand te brengen.
De remeigenschappen van het voertuig zijn ook anders
zonder laadbak of werktuig. Als het voertuig snel tot stilstand
wordt gebracht, kunnen de achterwielen blokkeren voordat de
voorwielen blokkeren: dit kan invloed hebben op de controle
over het voertuig. Het is verstandig om langzamer te rijden
zonder laadbak of werktuig.
Het gras en het wegdek zijn veel gladder als zij nat zijn. De
stoptijd op een nat oppervlak kan 2 tot 4 maal langer zijn
dan op een droog oppervlak.
Als u door staand water rijdt dat diep genoeg is om de
remmen nat te laten worden, zullen zij pas goed functioneren
als zij weer droog zijn. Nadat u door water hebt gereden,
moet u de remmen testen om er zeker van te zijn, dat zij
naar behoren functioneren. Als dat niet het geval is, moet u
langzaam rijden in de eerste versnelling, terwijl u lichte druk
uitoefent op het rempedaal. Hierdoor drogen de remmen.
Schakel niet naar een lagere versnelling om te remmen op een
glad of glibberig (nat gras) oppervlak of tijdens de afdaling
van een helling, want als u remt op de motor, kan het voertuig
gaan slippen en kunt u de controle verliezen. Schakel naar een
lagere versnelling voordat u een helling afrijdt.
Omslaan
Het voertuig is uitgerust met een rolbeugel, heupsteunen,
veiligheidsgordels en handgrepen. De rolbeugel van het
voertuig vermindert het risico op ernstig of dodelijk letsel in
het onwaarschijnlijke geval dat het voertuig omslaat, maar
deze beveiliging kan de bestuurder niet beschermen tegen
elk mogelijk letsel.
Een beschadigde rolbeugel moet worden vervangen; u mag
deze niet laten repareren of herstellen. Elke verandering aan
de rolbeugel moet worden goedgekeurd door de fabrikant.
De beste manier om ongelukken met bedrijfsvoertuigen te
voorkomen, is ervoor te zorgen dat de bestuurders constant
worden begeleid en getraind en voortdurend aandacht wordt
besteed aan het gebied waarin het voertuig wordt gebruikt.
De beste manier voor bestuurders om ernstig letsel of
dodelijke ongevallen te voorkomen bij henzelf of anderen,
is zich vertrouwd te maken met de juiste bediening van
het bedrijfsvoertuig, alert te blijven en handelingen of
situaties te vermijden die kunnen leiden tot een ongeluk. De
bestuurder kan het risico op lichamelijk of dodelijk letsel
als het voertuig omslaat, verminderen door de rolbeugel en
de veiligheidsgordels te gebruiken en zich te houden aan de
bijgeleverde instructies.
Hellingen
WAARSCHUWING
Als het voertuig op een helling omslaat of gaat
rollen, kan dit ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
• Gebruik het voertuig niet op steile hellingen.
• Als de motor afslaat of het voertuig vaart verliest
op een helling, mag u nooit proberen het
voertuig te draaien.
• Rij een helling altijd langzaam achterwaarts in
een rechte lijn af.
• Rij nooit achterwaarts een helling af met
de versnelling in de neutraalstand of het
koppelingspedaal ingetrapt; gebruik uitsluitend
de remmen.
• Rij nooit dwars over een steile helling; u moet
deze helling altijd in een rechte lijn op- of
afrijden.
• Draai niet op een helling.
• Laat de koppeling niet te snel opkomen en trap
niet te abrupt op het rempedaal. Als u te snel
schakelt, kan het voertuig omslaan.
Wees extra voorzichtig op hellingen. Rijd nooit op extreem
steile hellingen. Stoppen tijdens de afdaling van een helling
kost meer tijd dan op vlak terrein. Draaien tijdens het op- of
afrijden van een helling is gevaarlijker dan op vlak terrein.
Draaien tijdens een afdaling is extra gevaarlijk, zeker wanneer
de remmen in werking zijn, evenals draaien wanneer u schuin
tegen een helling omhoog rijdt. Zelfs bij lage snelheid zonder
lading bestaat een grotere kans op omslaan als u draait op
een helling.
Verminder uw snelheid en schakel naar een lagere versnelling
voordat u een helling op- of afrijdt. Als u moet draaien op
een helling, dient u dit langzaam en voorzichtig te doen. Maak
nooit een scherpe of snelle bocht op een helling.
Als de motor afslaat of als het voertuig vaart begint te
verliezen terwijl u een steile helling oprijdt, moet u snel het
rempedaal intrappen, de versnelling in de neutraalstand
zetten, de motor opnieuw starten en het voertuig in zijn
achteruit zetten. Bij een stationair toerental, helpt het trekken
van de motor en de transaxle de remmen bij het in bedwang
houden van het voertuig op de helling, zodat u veiliger terug
naar beneden kunt rijden.
29