Onderhoud motor
Onderhoud van het luchtfilter
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dage-
lijks—Controleer de luchtfilteron-
derhoud-indicator.
Om de 25 bedrijfsuren
Om de 600 bedrijfsuren—Vervang het veiligheidsfilter
(vaker in stoffige, vuile omstandigheden).
Controleer periodiek het luchtfilter en de slangen voor
een optimale bescherming van de motor en een maximale
levensduur. Controleer de luchtfilterbehuizing op
beschadigingen die een luchtlek zouden kunnen veroorzaken.
Vervang een beschadigde luchtfilterbehuizing.
Inspecteer en vervang het luchtfilter zoals beschreven in de
onderstaande procedure:
1. Maak de sluitingen op het luchtfilter los en trek het
luchtfilterdeksel van de luchtfilterbehuizing (Figuur 42).
Figuur 42
1. Luchtfilterdeksel
2. Knijp in de zijkanten van de stofkap om deze te openen
en sla het stof eruit.
3. Voordat u het filter verwijdert, moet u met schone en
droge perslucht onder lage druk (276 kPa [40 psi]) grote
hoeveelheden aangekoekt vuil verwijderen dat tussen
de buitenkant van het voorfilter en de filterbus zit.
Belangrijk: Gebruik geen perslucht onder hoge
druk, omdat hierdoor vuil via the filter in het
inlaatkanaal kan worden geblazen. Deze reiniging
voorkomt dat er vuil in de inlaat terechtkomt als
het voorfilter wordt verwijderd.
4. Schuif het filter voorzichtig uit de luchtfilterbehuizing
(Figuur 42). Zorg ervoor dat u niet met het filter tegen
de zijkant van de luchtfilterbehuizing stoot.
Opmerking: Probeer het voorfilter niet te reinigen.
2. Filter
5. Verwijder het veiligheidsfilter uitsluitend als u dit wilt
vervangen.
Belangrijk: Probeer nooit een veiligheidsfilter te
reinigen. Als het veiligheidsfilter vuil is, betekent
dit dat het voorfilter is beschadigd en moeten
beide filters worden vervangen.
6. Inspecteer een nieuw filter op beschadiging door een
felle lichtbron op de buitenkant van het filter te richten
en er doorheen te kijken. Gaten in het filter zijn
herkenbaar als lichte plekken. Controleer het filter op
scheuren, een vettig oppervlak of beschadiging van de
rubberen afdichting. Als het filter is beschadigd, moet
u het niet gebruiken.
7. Als u het veiligheidsfilter vervangt, schuif dan
voorzichtig het nieuwe filter in de filterbehuizing
(Figuur 42).
Opmerking: U mag de motor nooit laten lopen
zonder dat beide luchtfilters zijn gemonteerd, omdat
anders de motor schade kan oplopen.
8. Schuif het voorfilter op het veiligheidsfilter (Figuur
42). Zorg ervoor dat het filter volledig vastzit door
de buitenring van het filter tijdens de montage aan te
drukken.
9. Monteer het luchtfilterdeksel met de kant met het
opschrift UP naar boven gericht en maak de sluitingen
vast (Figuur 42).
Motorolie verversen en filter
vervangen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren
Om de 100 bedrijfsuren
1. Haal de laadbak op (indien aanwezig) en plaats de
laadbakbeveiliging op de uitgetrokken hefcilinder om
de bak omhoog te houden.
2. Verwijder de aftapplug en laat de olie in een opvangbak
lopen (Figuur 43). Als er geen olie meer naar buiten
stroomt, plaatst u de aftapplug terug.
1. Aftapplug motorolie
3. Verwijder het oliefilter (Figuur 44).
41
Figuur 43