van het frame. Zet de schakelhendel in de neutraalstand
en zet de parkeerrem vrij. Als het voertuig over een grote
afstand moet worden verplaatst, dient u dit te vervoeren op
een vrachtwagen of een aanhanger.
Opmerking: De stuurbekrachtiging zal niet
functioneren, waardoor de besturing wordt bemoeilijkt
(er is meer kracht nodig).
Een aanhanger trekken met
het voertuig
De Workman kan aanhangwagens en werktuigen trekken die
zwaarder zijn dan het voertuig zelf.
Er zijn twee typen trekhaken verkrijgbaar voor de Workman,
afhankelijk van de werkzaamheden waarvoor u het voertuig
gebruikt. Neem voor verdere informatie contact op met een
erkende Toro-dealer.
Als uw Workman is uitgerust met een trekhaak die
is gemonteerd op de buis van de achteras, kan deze
aanhangwagens of werktuigen trekken met een totaalgewicht
van maximaal 1587 kg. Zorg er altijd voor dat 60% van
het gewicht van de lading zich in het voorste deel van de
aanhangwagen bevindt. Hierdoor komt ongeveer 10 % (max.
272 kg) van het totale gewicht van de aanhangwagen op de
trekhaak van het voertuig.
De aanhangwagen moet voorzien zijn van remmen als u een
aanhangwagen met een totaalgewicht van meer dan 680 kg
laat trekken door de Workman.
Als u een lading vervoert of een aanhangwagen (werktuig)
trekt, mag u het voertuig of de aanhangwagen niet te zwaar
beladen. Een te zware lading kan leiden tot slechte prestaties
of beschadiging van de remmen, as, motor, transaxle,
stuurinrichting, ophanging, carrosserie of banden.
Belangrijk: Om de kans op schade aan de aandrijflijn
te beperken, verdient het aanbeveling het Laag-bereik
te gebruiken.
Als u werktuigen met een opleggerkoppeling trekt, zoals een
fairway-verluchter, dient u altijd de 'wheely bar' (standaard
onderdeel van de opleggerkoppeling) te monteren om te
voorkomen dat de voorwielen van de grond loskomen als de
beweging van het werktuig plotseling wordt belemmerd.
Hydraulische bediening
De hydraulische bediening levert hydraulisch vermogen
vanuit de voertuigpomp als de motor loopt. Deze kracht kan
worden benut via de snelkoppelingen aan de achterkant van
het voertuig.
Belangrijk: Als meerdere voertuigen hetzelfde
werktuig gebruiken, kan er kruisbesmetting van de
transmissievloeistof plaatsvinden. Ververs daarom de
transmissievloeistof vaker
Standen van de schakelhendel
•
UIT
Dit is de normale stand van de bedieningsklep
wanneer deze niet in gebruik is. In deze stand zijn de
doorlaatopeningen van de bedieningsklep geblokkeerd
en een eventuele lading wordt in beide richtingen
tegengehouden door de afsluitkleppen.
•
Omhoog (stand snelkoppeling 'A')
Dit is de stand om het werktuig aan de achterste trekhaak
omhoog te brengen of om druk uit te oefenen op
snelkoppeling A. Zo kan ook olie uit snelkoppeling
B terugvloeien naar de klep en van daaruit naar het
reservoir. Dit is een tijdelijke stand en zodra de hendel
wordt losgelaten, springt deze automatisch terug naar de
middelste stand (Uit).
1. Stand snelkoppeling A
•
Omlaag (stand snelkoppeling B)
Dit is de stand om het werktuig aan de achterste trekhaak
neer te laten of om druk uit te oefenen op snelkoppeling
B. Zo kan ook olie uit snelkoppeling A terugvloeien
naar de klep en van daaruit naar het reservoir. Dit is
een tijdelijke stand en zodra de hendel wordt losgelaten,
springt deze automatisch terug naar de middelste stand
(Uit). Wanneer u de schakelhendel kort in deze stand
houdt en vervolgens weer loslaat, kan er olie stromen naar
snelkoppeling B, waardoor kracht wordt overgebracht op
de achterste trekhaak. Als u de hendel loslaat, houdt deze
de tegendruk op de trekhaak.
Belangrijk: Als u de schakelhendel in de
OMLAAG-stand houdt bij het gebruik van een
hydraulische cilinder, zal de olie langs de ontlastklep
stromen, waardoor schade kan ontstaan aan het
hydraulische systeem.
•
AAN
Deze stand is vergelijkbaar met Omlaag (stand
snelkoppeling B). Bovendien kan bij deze stand olie naar
32
Figuur 29
2. Stand snelkoppeling B