veroorzaken. Kijk op het label van het medicijn of raadpleeg
uw arts of apotheek als u twijfels hebt over de invloed van een
bepaald geneesmiddel op de rijvaardigheid.
Een van de hoofdregels is: verminder uw snelheid op
onbekend terrein. Het is verbazingwekkend hoeveel schade
en letsel gewone dingen kunnen veroorzaken. Takken,
hekken, draden, andere voertuigen, boomstronken, greppels,
zandkuilen, beekjes en andere objecten die te vinden zijn in
de meeste parken en golfbanen, kunnen gevaar opleveren
voor bestuurder en passagier.
Rij niet als het donker is, vooral niet op onbekend terrein.
Als u toch in het donker moet rijden, rij dan voorzichtig en
steek de koplampen aan. Overweeg ook extra verlichting te
gebruiken.
Passagiers
Als er een passagier met u meerijdt op het voertuig, zorg er
dan voor dat hij of zij de veiligheidsgordel heeft omgedaan
en zich goed vasthoudt. Rijd langzamer en maak minder
scherpe bochten, want uw passagier kan niet van tevoren zien
aankomen wat u gaat doen en kan dus moeilijk anticiperen op
bochten, stoppen, gas geven en onregelmatigheden in het
terrein.
De bestuurder en de passagier moeten te allen tijde op de
stoel blijven zitten en armen en benen binnen het voertuig
houden. De bestuurder moet indien mogelijk het stuurwiel
met beide handen vasthouden en de passagier moet de
aangebrachte handgrepen gebruiken (Figuur 25 en Figuur 26).
1. Handgreep voor passagier 2. Opbergruimte
Figuur 25
1. Handgreep en heupsteun
Vervoer nooit passagiers in de laadbak of op de werktuigen.
Het voertuig is geschikt voor maximaal één bestuurder en
één passagier.
Snelheid
Snelheid is een van de belangrijkste oorzaken van ongelukken.
Wanneer u harder rijdt dan de omstandigheden toelaten, kunt
u de controle over het voertuig verliezen en een ongeluk
veroorzaken. Snelheid kan ook een klein ongeluk verergeren.
Wanneer u frontaal tegen een boom rijdt met lage snelheid,
kan dat schade en letsel veroorzaken, maar bij een botsing
bij hoge snelheid kan het voertuig totaal vernield raken en
kunnen u en uw passagier om het leven komen.
Rijd nooit harder dan de omstandigheden toelaten. Als u
niet zeker weet hoe hard u ergens mag rijden, verminder dan
uw snelheid.
Wanneer u zware werktuigen gebruikt (meer dan 454 kg)
zoals spuitmachines, topdressers of strooiers enz., begrens
dan uw snelheid door de 3e hoog-vergrendelschakelaar in
de stand langzaam te zetten.
Bochten
Bochten zijn ook een belangrijke factor die tot ongelukken
kan leiden. Door bochten te maken die scherper zijn dan de
omstandigheden toelaten, kan het voertuig tractie verliezen
en gaan slippen, of zelfs omslaan.
Op natte, zanderige en gladde oppervlakken zijn bochten
moeilijker en riskanter. Naarmate u harder rijdt, wordt de
kans op ongelukken groter. Verminder dus uw snelheid
voordat u een bocht neemt.
In een scherpe bocht kan bij hogere snelheden het achterste
binnenwiel loskomen van de grond. Dit is geen fout in
het ontwerp, maar gebeurt bij de meeste voertuigen op
vier wielen, zoals personenwagens. Als dit gebeurt heeft,
28
Figuur 26