Kaartsymbolen
Op BlueChart g2- en BlueChart g2 Vision-kaarten worden bepaalde kaartelementen met grafische symbolen aangegeven
conform de Amerikaanse en internationale normen. Hieronder ziet u enkele andere algemene symbolen die u kunt
tegenkomen.
Pictogram Beschrijving
Stromingenstation
Informatie
Andere zaken die op de meeste kaarten voorkomen, zijn dieptecontourlijnen (bij diep water zijn deze wit),
getijdenzones, puntpeilingen (zoals weergegeven op de oorspronkelijke papieren kaart), navigatiekenmerken en
-symbolen, obstakels en kabelgebieden.
Navigeren naar een punt op de kaart
De functie Autobegeleiding van de BlueChart g2 Vision-gegevenskaart is gebaseerd op elektronische kaartinformatie.
De gegevens garanderen niet dat de route vrij is van obstakels en dat deze diep genoeg is. Vergelijk de koers met alle
visuele waarnemingen en vermijd land, ondiep water en andere obstakels die u kunt tegenkomen.
Wanneer u Ga naar gebruikt, kunnen een directe koers en een gecorrigeerde koers over land of door ondiep water lopen.
Gebruik visuele waarnemingen om land, ondiep water en andere gevaarlijke objecten te vermijden.
OPMerKINg: de viskaart is alleen beschikbaar als u een BlueChart g2 Vision SD-kaart of een BlueChart g2 SD-kaart
gebruikt, of als de geïntegreerde kaart ondersteuning biedt voor viskaarten.
1. Selecteer Kaarten in het startscherm.
2. Selecteer Zeekaart of Viskaart.
3. Tik op de kaart om de locatie met behulp van de cursor (
4. Selecteer Navigeren naar.
5. Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Selecteer ga naar als u rechtstreeks naar de positie wilt navigeren.
• Selecteer route naar als u een route naar de locatie wilt maken, inclusief koerswijzigingen (pagina 28).
• Selecteer Begeleid naar als u de functie Autobegeleiding wilt inschakelen (pagina 21).
6. Controleer de koers die met een magenta lijn wordt aangegeven.
OPMerKINg: als u de functie Autobegeleiding gebruikt, geeft een grijs gedeelte op de magenta lijn aan dat de
functie Autobegeleiding een deel van de automatische begeleiding niet kan berekenen. Dit wordt veroorzaakt door
de instellingen voor een veilige, vrije doorvaart bij een minimale waterdiepte en obstakelhoogte (pagina 46).
7. Volg de magenta lijn, vermijd land, ondiep water en andere obstakels.
De zeekaart, viskaart of radaroverlay verschuiven
U kunt het beeld van uw huidige positie op de zeekaart, viskaart of radaroverlay naar een andere positie schuiven.
OPMerKINg: de viskaart is alleen beschikbaar als u een BlueChart g2 Vision SD-kaart of een BlueChart g2 SD-kaart
gebruikt, of als de geïntegreerde kaart ondersteuning biedt voor viskaarten. De radaroverlay is beschikbaar als het
toestel op een compatibele radar is aangesloten.
1. Selecteer Kaarten in het startscherm.
2. Selecteer Zeekaart, Viskaart of radaroverlay.
3. Tik op het scherm en versleep de kaart met uw vinger.
Als u voorbij de rand van de kaart schuift, schuift het scherm mee, zodat de route die u volgt continu zichtbaar blijft.
4. Selecteer Stop schuiven om het schuiven te stoppen en terug te keren naar uw huidige positie.
GPSMAP 700-serie - gebruikershandleiding
Pictogram Beschrijving
Watersportdiensten
Getijdenstation
LET OP
) te selecteren.
Weergave van kaarten en 3D-kaarten
Pictogram Beschrijving
Foto van bovenaf
beschikbaar
Perspectieffoto
beschikbaar
5