Tips voor het selecteren van een radarbereik
• Bepaal eerst welke informatie u op het radarscherm wilt kunnen bekijken. Wilt u bijvoorbeeld informatie over het
weer of informatie over objecten en scheepsverkeer waar u op dat moment meer aan hebt dan aan het weer in verre
gebieden?
• Maak een inventarisatie van de omgeving waarin u de radar gaat gebruiken. Vooral bij zeer slechte
weersomstandigheden kunnen radarsignalen met een lang bereik het radarscherm onoverzichtelijker maken,
waardoor het lastiger wordt om de informatie over objecten in de onmiddellijke nabijheid van uw schip goed te
kunnen interpreteren. Bij regen kunt u met radarsignalen met een kort bereik objecten in de buurt duidelijker zien,
mits de instellingen voor regenruis en FTC optimaal zijn geconfigureerd.
• Selecteer het kortste, effectieve bereik voor de radar, gebaseerd op de op dat moment geldende omstandigheden
(weer, omgeving, enzovoort).
Een radarbereik selecteren
Zie "De zoomschaal op het radarscherm aanpassen" (pagina 54).
Info over versterking en ruis
Met de versterking bepaalt u de gevoeligheid van de ontvanger van de radar. De standaardinstelling voor de versterking
is Auto. De versterking wordt op basis van de gemiddelde omstandigheden, het bereik van het radarsignaal en de
geselecteerde radarmodus één keer automatisch ingesteld. Als de omstandigheden veranderen, wordt de versterking
echter niet automatisch door de kaartplotter aangepast. U kunt de radarweergave voor bepaalde omstandigheden
optimaliseren door de versterking handmatig aan te passen (pagina 64).
Ruis (ook wel clutter genoemd) is interferentie die wordt veroorzaakt door de ongewenste terugkaatsing van
radarsignalen vanaf objecten die niet belangrijk zijn. Enkele algemene oorzaken van ruis zijn neerslag, golven en
radarbronnen in de onmiddellijke nabijheid.
Instellingen en type radar
Alle ruis- en versterkingsinstellingen voor een radar van het type GMR 20, 21, 40, 41, 18, 18 HD, 24, 24 HD, 404 of
406 die voor één radarmodus zijn opgegeven, gelden ook voor alle andere radarmodi en voor de radaroverlay.
Bij een radar van het type GMR 604 xHD, 606 xHD, 1204 xHD of 1206 xHD moeten de instellingen voor versterking,
FTC en zeeruis die voor een bepaalde radarmodus zijn opgegeven, voor alle andere modi afzonderlijk worden ingesteld.
De instellingen voor radarstoring die voor een bepaalde radarmodus zijn ingesteld, gelden ook voor alle andere
radarmodi. De laatste instellingen voor versterking en ruis die voor een radarmodus zijn opgegeven, worden automatisch
toegepast op de radaroverlay. Als de versterking voor bijvoorbeeld de modus Haven wordt ingesteld op 50%, wordt
de versterking voor de radaroverlay automatisch ingesteld op 50%. Wordt de versterking voor de modus Buitengaats
naderhand teruggebracht naar 40%, dan wordt de versterking voor de radaroverlay automatisch ingesteld op 40%.
Standaardinstellingen voor versterking en ruis
Instelling
Standaardwaarde
Versterking
Auto
Zeeruis
Kalm, Middel of Wild
Regenruis
Uit
FTC
Uit
Radarstoring
Aan
De versterking op het radarscherm automatisch aanpassen
Auto is de standaardinstelling voor de versterking. De automatische versterkingsinstelling voor de radarmodi is
specifiek op elke radarmodus afgestemd en kan verschillen van de automatische versterkingsinstelling voor een andere
modus.
OPMerKINg: of de versterking die u voor één radarmodus hebt ingesteld ook voor de andere radarmodi of de
radaroverlay geldt, is afhankelijk van het type radar dat u gebruikt (pagina 63).
1. Selecteer radar in het startscherm.
2. Selecteer de modus Kruisvaart, Haven, Buitengaats of Wachtpost.
3. Selecteer Menu > Versterking > Auto.
De kaartplotter stelt de versterking automatisch in op basis van de gemiddelde omstandigheden, het bereik van het
radarsignaal en de geselecteerde radarmodus. Als de omstandigheden veranderen, wordt de versterking echter niet
automatisch door de kaartplotter aangepast.
GPSMAP 700-serie - gebruikershandleiding
Instructies
Zie "De versterking op het radarscherm automatisch aanpassen"
Zie "De standaardinstelling voor zeeruis herstellen"
Zie "De standaardinstelling voor zeeruis herstellen"
Zie "De standaard FTC-instelling herstellen"
Zie "Radarstoringruis op het radarscherm aanpassen"
(pagina
(pagina
64).
(pagina
65).
(pagina
65).
(pagina
66).
Radar
63).
63