Het toestel instellen
Eenheden
U kunt de eenheden instellen die op de kaartplotter worden weergegeven. U kunt een standaardsysteem voor eenheden
gebruiken of uw eigen systeem instellen.
Een standaardsysteem voor eenheden selecteren
1. Selecteer in het startscherm Configureer > eenheden > Systeemeenheden.
2. Selecteer Statuut (m/u, vt, ºF), Metrisch (k/u, m, ºC) of Nautisch (kt, vt, ºF).
Een aangepast eenhedensysteem maken
Om informatie over diepte en temperatuur te kunnen weergeven, moet u de NMEA-dieptegegevens van een echolood
ontvangen of moet u een kaartplotter met een geïntegreerde peilmodule gebruiken uit de s-serie (bijvoorbeeld de
GPSMAP 720s).
U kunt individuele eenheden selecteren om een aangepast eenhedensysteem te maken dat de kaartplotter kan weergeven.
1. Selecteer in het startscherm Configureer > eenheden > Systeemeenheden > Aangepast.
2. Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Selecteer eerst Diepte en vervolgens Voet, Vadem of Meters.
• Selecteer Temperatuur en vervolgens Fahrenheit (ºF) of Celsius (ºC).
• Selecteer Afstand en vervolgens Mijlen, Kilometers, Zeemijlen (nm) of Naut. (nm, m).
• Selecteer Snelheid > Snelheid vaartuig en selecteer Mijlen per uur, Kilometers per uur of Knopen.
• Selecteer Snelheid > Windsnelheid en vervolgens Mijlen per uur, Meter per sec of Knopen.
• Selecteer eerst Hoogte en vervolgens Voeten of Meters.
• Selecteer eerst Volume en vervolgens Liters, US gallons of UK gallons.
• Selecteer eerst Druk > Meterdruk en vervolgens kPa of psi.
• Selecteer eerst Druk > Atmosferische druk en vervolgens Millibar of Inches kwik.
Cijfers projecteren op kaarten
Cijfers projecteren met gegevensvelden
en combinatieschermen (pagina 22). De cijfers en de bijbehorende gegevens kunnen voor iedere kaart of 3D-kaart
afzonderlijk worden ingesteld.
➊
Er bestaan verschillende mogelijkheden om cijfers te projecteren. Voor iedere cijferweergave kunt u selecteren welke
gegevensvelden daarbij moeten worden weergegeven.
Als de cijfers en de bijbehorende gegevens in de kaart worden weergegeven, wordt de navigatiebijkaart tijdens de
navigatie weergegeven. De kompaslijn kan voor iedere gegevensprojectie worden weergegeven of verborgen.
48
is mogelijk voor bepaalde kaarten, 3D-kaarten, de radarweergave (pagina 66)
➊
Zeekaart met gegevensprojectie
➊
GPSMAP 700-serie - gebruikershandleiding