Ontvangst van weerberichten en radiozenders van xm satellite radio op (24 pagina's)
Samenvatting van Inhoud voor Garmin GPSMAP 500 Series
Pagina 1
GPSMAP 500/700-serie en echoMAP 50/70- ™ ® serie Gebruikershandleiding April 2013 190-01556-35_0A Gedrukt in Taiwan...
Pagina 2
Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin. Het merk en de logo's van Bluetooth ® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen.
Inhoudsopgave Een directe koers instellen en volgen met behulp van Ga naar ..................9 Een koers instellen en volgen met behulp van Auto Inleiding................1 Guidance ................9 Toestelweergaven ..............1 Navigeren met een stuurautomaat ........9 echoMAP 70-serie en GPSMAP 700-serie ......1 Stoppen met navigeren ..............
Pagina 4
De bron van de koers voor de windmeter configureren ..13 De versterking handmatig op het radarscherm Het bereik van de close hauled-windmeter selecteren ..14 aanpassen ..............19 De omgevingsmeters weergeven ..........14 De interferentie van nabijgelegen objecten De uitlijning van de windmeter configureren ....... 14 minimaliseren ..............
Pagina 5
Gegevens over het verwachte zicht voor een andere Schermafbeeldingen naar een computer kopiëren ..... 31 tijdsperiode weergeven ............24 NMEA 0183-informatie ............. 31 Boeirapporten weergeven ............25 NMEA 2000 PGN-informatie ............ 31 Gegevens over het plaatselijke weer bij de boei Index ................33 weergeven ................
Wanneer de kaartplotter het satellietsignaal verliest, verdwijnen Selecteer . en knippert er een vraagteken op op de kaart. Selecteer Vergrendel aanraakscherm. Ga voor meer informatie over GPS naar www.garmin.com /aboutGPS. echoMAP 50-serie en GPSMAP 500-serie De schermverlichting aanpassen Selecteer Instellingen > Systeem > Scherm >...
OPMERKING: In sommige gebieden is de kaart voor plaatsen om gegevens, zoals bijvoorbeeld waypoints, routes en diepzeevissen beschikbaar met geavanceerde kaarten. sporen naar een andere, compatibele Garmin-kaartplotter of Radaroverlay: Projecteert radargegevens over de een computer over te brengen. navigatiekaart of viskaart heen wanneer de kaartplotter is Open het klepje aan de voorzijde van de kaartplotter.
• Selecteer Herzie om de details van objecten in de buurt Pictogram Beschrijving van de cursor weer te geven. Watersportdiensten OPMERKING: Herzie wordt niet weergegeven als de Getijdenstation cursor niet vlak bij een object staat. Staat de cursor in de buurt van één object, dan wordt de naam van dat object Stromingenstation weergegeven.
punten, waaronder zeer gedetailleerde kustwegen en nuttige U kunt de vaste en bewegende indicaties van het punten, zoals restaurants, logies, plaatselijke attracties. getijdenstation en de indicatoren voor de stromingen op de navigatiekaart of de viskaart weergeven. Auto Guidance: Maakt gebruik van kaartgegevens en ingevoerde gegevens met betrekking tot veilige diepte en Selecteer in de navigatie- of viskaart Menu >...
Symbolen van AIS-doelen Symbool Beschrijving AIS-schip. Het schip geeft AIS-informatie. De richting waarin het driehoekje wijst, geeft de richting aan waarin het AIS- Wanneer er door een geactiveerd AIS-doel wel informatie over schip vaart. de koers over de grond en de voorliggende koers maar geen Het doel is geselecteerd.
een alarmsignaal af. Het object wordt als een gevaar op het De AIS-functionaliteit wordt uitgeschakeld voor alle kaarten scherm aangegeven. Als het alarm is uitgeschakeld, wordt er en 3D-kaartweergaven. Dit is inclusief het zoeken en volgen geen melding en geen alarmsignaal gegeven, maar blijft het van AIS-schepen, het melden en volgen van object op het scherm aangeduid als gevaarlijk.
Nieuw waypoint: Hiermee wordt een nieuw waypoint Instellingen kaartweergave aangemaakt. U kunt de presentatie aanpassen van de verschillende kaartweergaven. Elke instelling is specifiek voor het type Waypoint-weergave: Hiermee stelt u in hoe waypoints op de kaartweergave waarin u zich bevindt. kaart of 3D-kaartweergave worden weergegeven.
AIS-weergave-instelling: Zie pagina Vraag Antwoord DSC-sporen: Geeft de sporen weer van DCS-schepen en Hoe kan ik ervoor zorgen dat het Stel een route in die uit meerdere toestel obstakels op de kaart routedelen bestaat en navigeer selecteert de lengte van het spoor dat moet worden vermijdt bij het navigeren naar een langs deze route met behulp van weergegeven.
NMEA 2000 ® netwerk bent verbonden met Wanneer u Ga naar gebruikt, kunnen een directe koers en een een compatibele Garmin ® stuurautomaat, wordt gevraagd of u gecorrigeerde koers over land of door ondiep water lopen.
Selecteer Wijzig waypoint > Positie. Selecteer Navigeren naar > Route naar. Geef een nieuwe locatie voor het waypoint aan: Selecteer de locatie van de laatste koerswijziging voor de bestemming. • Als u tijdens het weergeven van een kaart het waypoint wilt verplaatsen, selecteert u Gebruik kaart, selecteert u Selecteer Voeg koerswijziging toe.
• Selecteer Achteruit om de route te navigeren vanaf het het actieve spoor. Dit kan worden opgeslagen. U kunt sporen bestemmingspunt van de route dat is gebruikt bij het weergeven op elke kaart of in elke 3D-kaartweergave. maken van de route. Sporen weergeven Er wordt een magenta lijn weergegeven.
Het actieve spoor volgen in tegengestelde richting Selecteer een combinatie. Het spoor dat momenteel wordt geregistreerd, wordt het actieve Selecteer Menu. spoor genoemd. Selecteer een optie: Selecteer Navigatie-info > Sporen > Volg actief spoor. • Als u de naam wilt wijzigen, selecteert u Naam en voert u Selecteer een optie: een nieuwe naam in.
Selecteer een optie: • Als u een grafische weergave van de hoeveelheid brandstof in elke afzonderlijke tank wilt hebben, selecteert • Als u de minimumwaarde van het standaardbereik wilt u Gebruik brandstoftankniveau. instellen, selecteert u Vastgesteld minimum. • Als u de maximumwaarde van het standaardbereik wilt De brandstofcapaciteit van het vaartuig instellen instellen, selecteert u Vastgesteld maximum.
Selecteer Meters > Omgeving > Menu > Echolood Drukreferentietijd. Als uw kaartplotter goed is aangesloten op een Garmin Selecteer een optie. echoloodmodule en een transducer, kunt u uw compatibele toestel gebruiken om vis op te sporen. Er zijn drie verschillende...
Het zoomniveau instellen op het Bediening bereik aanpassen echoloodscherm Positie-informatie Zwevende doelen of vissen Selecteer in een echoloodweergave Menu > Zoom. Bodem van het water Selecteer een optie: Bereik of diepte van het water • Selecteer Bodem vast om in te zoomen op Transducerfrequentie echoloodgegevens op bodemdiepte.
Wanneer u uw kaartplotter aansluit op een optionele maritieme diepte onder de opgegeven waarde komt. radar van Garmin, zoals een GMR™ 1206 xHD of een GMR 24 Diep water: Hiermee stelt u een alarm in dat afgaat als de HD, kunt u meer informatie over uw omgeving weergeven.
De modus Wachtpost werkt bij alle Garmin GMR-radars. Radiosignalen uitzenden Gepland zenden inschakelen OPMERKING: Om veiligheidsredenen gaat de radar na het Selecteer Radar >...
Wanneer u uw kaartplotter aansluit op een optionele maritieme Een lijst met AIS-gevaren weergeven radar van Garmin, kunt u de radaroverlay gebruiken om Op een radarscherm of de radaroverlay kunt u een lijst met AIS- radargegevens te projecteren op de navigatiekaart of de gevaren weergeven en de weergave aanpassen.
Bereik van radarsignalen Selecteer Omlaag om de versterking zodanig te verminderen dat de kleinere objecten ook duidelijk op het Het bereik van het radarsignaal geeft de lengte van het radarscherm worden weergegeven. impulssignaal aan dat door de radar wordt verzonden en ontvangen.
Deze instelling geldt niet voor de radaroverlay. positierapporten verzenden. Presentatie: Hiermee stelt u het kleurenschema, de geplande Als een Garmin NMEA 2000 marifoon is aangesloten op uw snelheid en de navigatieweergave in. kaartplotter, zijn deze functies ook ingeschakeld. • Met de kaartplotter kunt u snel informatie over persoonlijke...
Wanneer uw kaartplotter is verbonden met een marifoon die Selecteer vanuit een kaart of 3D-kaartweergave Menu > compatibel is met Garmin NMEA 2000 en u de navigatie naar Overige schepen > DSC-sporen. een punt waarop iemand van boord is gevallen activeert, wordt...
Selecteer indien nodig Kanaal en selecteer een nieuw ontvangt gegevens van de XM WX-weersatelliet en geeft die kanaal. gegevens op diverse Garmin toestellen weer, waaronder op de Selecteer Verzenden. navigatiekaart op een compatibele kaartplotter. De weergegevens voor elke functie zijn afkomstig van...
Informatie over stormkernen en bliksem Kleur Weergroep Weersubcategorieën voor de Pictogrammen van stormkernen op de neerslagkaart geven scheepvaart zowel de huidige positie van een storm als het verwachte pad Donkergrijs Zicht Dikke mist, dichte rook, stofstorm, van de storm in de komende uren aan. smog Bij de pictogrammen van een stormkern worden rode kegels Winter...
Selecteer opnieuw Volgende verwachting of voor de Drukcentrumsymbool Beschrijving volgende verwachtingen tot maximaal 48 uur in stappen Geeft een lagedrukcentrum aan. Dit is een van 12 uur. gebied met een relatief lage luchtdruk. De luchtdruk wordt hoger naarmate de afstand tot •...
Pagina 31
• Selecteer Weersverwachting als u de plaatselijke SiriusXM Radio weersverwachting wilt bekijken. Als een Garmin SiriusXM ontvanger is aangesloten op uw • Selecteer Zeeoppervlak voor informatie over de kaartplotter, hebt u mogelijk toegang tot SiriusXM satellietradio, oppervlaktewind en barometerdruk.
Informatie over systeem en software weergeven U kunt de softwareversie, de basiskaartversie, aanvullende kaartinformatie (indien beschikbaar), de softwareversie van de optionele Garmin radar (indien beschikbaar) en de toestel-id weergeven. U kunt deze gegevens nodig hebben om de systeemsoftware bij te werken of aanvullende kaartgegevens Selecteer Instellingen >...
Als de melding zich blijft voordoen, neem dan contact op met GPGSA, GPGSV, GPRMB, GPRMC, GPRTE, GPVTG, Garmin Product Support. GPWPL, GPXTE en de Garmin-telegrammen PGRME, PGRMM en PGRMZ. De watertemperatuurcorrectie instellen Deze kaartplotter ondersteunt ook het WPL-telegram, DSC en...
Plaats het Bluetooth-toestel op minder dan 10 m (33 ft.) Voer de resterende hoeveelheid brandstof in waarbij het afstand van de kaartplotter. alarm moet afgaan. Selecteer Instellingen > Communicatie > Draadloze Weeralarmen instellen toestellen > Bluetooth-toestellen > Bluetooth. Voordat u weeralarmen kunt instellen, moet u een compatibele Volg de instructies op het scherm.
U kunt de softwareversie, de basiskaartversie, aanvullende kaartinformatie (indien beschikbaar), de softwareversie van de Selecteer Instellingen > Navigatie > Auto Guidance > optionele Garmin radar (indien beschikbaar) en de toestel-id Afstand kustlijn > Normaal. weergeven. U kunt deze gegevens nodig hebben om de...
Selecteer Navigatie-info > Beheer gegevens > die op een computer is aangesloten. Gegevensoverdracht > Kaart. Open de map Garmin\UserData op de geheugenkaart. Selecteer een optie: Kopieer het desbetreffende back-upbestand op de kaart en • Als u gegevens op de geheugenkaart wilt overzetten naar plak dit in een willekeurige locatie op de computer.
Verwijder de geheugenkaart uit de kaartplotter en plaats 060928 ISO-adresreservering deze in een kaartlezer die is aangesloten op een computer. 126208 NMEA: Opdracht, Aanvraag en Open in Windows ® Verkenner de map Garmin\scrn op de Bevestiging (groepfunctie) geheugenkaart. 126464 PGN-lijst verzenden en ontvangen Kopieer een .BMP-bestand op de kaart en plak dit bestand in...