Positie bijhouden
Wanneer u uw Garmin-kaartplotter via NMEA 0183 aansluit op een marifoon, kunt u de positie bijhouden van schepen
die positiemeldingen verzenden. Deze functie is ook beschikbaar met NMEA 2000, ervan uitgaande dat het schip de
juiste PGN-gegevens verzendt (PGN 129808; DSC-oproepinformatie).
Elke ontvangen oproep met een positiemelding wordt opgenomen in de DSC-lijst (pagina 79).
Een positiemelding weergeven
1. Selecteer in het startscherm Informatie > Overige schepen > DSC-lijst.
2. Selecteer een oproep met een positiemelding.
3. Selecteer
of
locatie is gemarkeerd.
Een schip oproepen waarvan u de positie bijhoudt.
Zie "Een persoonlijke standaardoproep uitvoeren" (pagina 83).
Naar een schip navigeren waarvan u de positie bijhoudt
1. Selecteer in het startscherm Informatie > Overige schepen > DSC-lijst.
2. Selecteer een oproep met een positiemelding.
3. Selecteer Navigeren naar.
4. Selecteer ga naar of route naar (pagina 25).
Een waypoint maken op de positie van een schip waarvan u de positie bijhoudt
1. Selecteer in het startscherm Informatie > Overige schepen > DSC-lijst.
2. Selecteer een oproep met een positiemelding.
3. Selecteer Waypoint maken.
Informatie in een positiemelding bewerken
1. Selecteer in het startscherm Informatie > Overige schepen > DSC-lijst.
2. Selecteer een oproep met een positiemelding.
3. Selecteer Wijzig.
4. Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Selecteer Naam. Voer de naam van het schip in. Selecteer OK.
• Selecteer Symbool. Selecteer een nieuw symbool. Selecteer OK.
• Selecteer Commentaar. Typ de opmerking. Selecteer OK.
• Selecteer Spoor > Toon om een lijn weer te geven die het spoor van het schip aangeeft als uw marifoon de
positie van het schip bijhoudt.
• Selecteer Lijn van spoor. Selecteer een kleur voor de lijn van het spoor.
Een oproep met een positiemelding verwijderen
1. Selecteer in het startscherm Informatie > Overige schepen > DSC-lijst.
2. Selecteer een oproep met een positiemelding.
3. Selecteer Wis rapport.
GPSMAP 700-serie - gebruikershandleiding
om te schakelen tussen de details van de positiemelding en de zeekaart waarop de
DCS (Digital Selective Calling)
81