De vormgeving van een lijn voor een spoor wijzigen
U kunt de vormgeving wijzigen van de lijn voor het spoor van een specifiek schip waarvan u de positie bijhoudt.
OPMerKINg: Mariner's Eye 3D is alleen beschikbaar als u een BlueChart g2 Vision SD-kaart gebruikt. De viskaart
is alleen beschikbaar als u een BlueChart g2 Vision SD-kaart of een BlueChart g2 SD-kaart gebruikt, of als de
geïntegreerde kaart ondersteuning biedt voor viskaarten.
1. Selecteer Kaarten in het startscherm.
2. Selecteer Zeekaart, Viskaart, Perspective 3D of Mariner's eye 3D.
3. Selecteer Menu > Overige schepen > DSC-lijst.
4. Selecteer een schip.
5. Selecteer Herzie > Wijzig > Lijn van spoor.
6. Selecteer een kleur voor de lijn van het spoor.
Persoonlijke standaardoproepen
Wanneer u de Garmin-kaarplotter aansluit op een met Garmin VHF NMEA 2000 compatibele marifoon, kunt u
de interface van de kaartplotter gebruiken voor het uitvoeren van persoonlijke standaardoproepen. Wanneer u een
persoonlijke standaardoproep uitvoert vanaf de kaartplotter, kunt u het DSC-kanaal selecteren voor de communicatie
(pagina 83). De marifoon verzendt dit verzoek tegelijk met uw oproep.
Een DSC-kanaal selecteren
OPMerKINg: u kunt alleen de DSC-kanalen selecteren die in alle frequentiebanden beschikbaar zijn: 6, 8, 9, 10,
13, 15, 16, 17, 67, 68, 69, 71, 72, 73 of 77. Het standaardkanaal is 72. Als u een ander kanaal selecteert, gebruikt de
kaartplotter dat kanaal voor alle volgende oproepen, totdat u een oproep uitvoert via een ander kanaal.
1. Selecteer in het startscherm Informatie > Overige schepen > DSC-lijst.
2. Selecteer een schip of een station dat u wilt oproepen.
3. Selecteer Oproepen met radio > Kanaal.
4. Selecteer een kanaal.
Een persoonlijke standaardoproep uitvoeren
OPMerKINg: bij het initiëren van een oproep vanaf de kaartplotter ontvangt de marifoon geen oproepgegevens als er
geen MMSI-nummer in de marifoon is geprogrammeerd.
1. Selecteer in het startscherm Informatie > Overige schepen > DSC-lijst.
2. Selecteer een schip of een station dat u wilt oproepen.
3. Selecteer Oproepen met radio > Verzenden.
De kaartplotter verzendt informatie over de oproep naar de marifoon.
4. Selecteer Oproep op uw Garmin-marifoon.
Een individuele routineoproep voor een AIS-doel
Wanneer u de Garmin-kaarplotter aansluit op een met Garmin VHF NMEA 2000-compatibele marifoon, kunt u de
interface van de kaartplotter gebruiken voor het uitvoeren van persoonlijke standaardoproepen naar een AIS-doel.
Voordat u de oproep start, kunt u een ander DSC-kanaal selecteren dan standaardkanaal 72 (pagina 83).
1. Selecteer Kaarten in het startscherm.
2. Selecteer een kaartweergave of een driedimensionale weergave van een kaart.
3. Tik op een AIS-doel .
4. Selecteer AIS-schip > Oproepen met radio > Verzenden.
De kaartplotter verzendt informatie over de oproep naar de marifoon.
5. Selecteer Oproep op uw Garmin-marifoon.
GPSMAP 700-serie - gebruikershandleiding
DCS (Digital Selective Calling)
83