Neem de kap van de zekeringhouder. Verwijder de zekering die waarschijnlijk is doorgebrand en kijk naar de
zilveren strip in de zekering. Als de strip onderbroken is, vervangt u de zekering. Vervang de zekering door
een nieuwe zekering van hetzelfde ampèrage.
a
c
d
a -
zekeringtrekker
b -
zekeringhouder
c -
bruikbare zekering
d -
doorgebrande zekering
e -
elektronische regelmodule en ontluchtingsklep "ECM" - 20A-zekering
f -
ontstekingsspoelen "IGN. COILS" - 20A-zekering
g -
brandstoftoevoer "FUEL" - 20A-zekering
h -
reservezekeringen (3)
i -
diagnoseaansluiting - 2A-zekering
j -
injectorvoeding en boostklep "INJ. PWR." - 20A-zekering
DTS-bedradingssysteem
Als kabelisolatie gespleten of doorboord wordt, zal water de bedrading binnendringen. Binnendringen van
water kan leiden tot defecten in de bedrading en tot uitvallen van de gas- en schakelfuncties. Om de kans
op ernstig of dodelijk lichamelijk letsel door verlies van controle over de boot te vermijden, mag het
isolatiemateriaal rond de draden van het DTS-systeem nooit gespleten of doorboord worden.
•
Controleer of de draadbomen niet langs scherpe randen, hete oppervlakken of bewegende onderdelen
lopen.
•
Controleer of alle ongebruikte stekkers en contacten zijn afgedekt met een weerbestendige dop.
•
Controleer of de draadbomen langs het hele traject zijn vastgezet.
nld
ONDERHOUD
e
f
g
20
20
20
20
20
20
20
2
j
i
WAARSCHUWING
!
87
b
h
29663