4.
Haal de aftapplug en sluitring los. Installeer de olieaftaptrechter op de aftapplug/sluitring.
b
Olieaftaptrechter
5.
Verwijder de aftapplug/sluitring en laat de motorolie in een opvangbak lopen.
6.
Breng de aftapplug/sluitring aan.
OLIEFILTER VERVANGEN
BELANGRIJK: Ter voorkoming of vermindering van het morsen van olie bij het verwijderen van het oliefilter
moet de buitenboordmotor rechtop staan (niet schuin). De motor moet koud zijn of heeft ten minste één uur
lang niet gedraaid.
1.
Verwijder de motorkap.
2.
Houd een doek of handdoek onder het oliefilter om eventueel gemorste olie op te nemen.
nld
ONDERHOUD
a
28778
4993
a -
aftapplug/sluitring
b -
olieaftaptrechter
Leidt de afgetapte motorolie weg, zodat deze
niet in aanraking komt met de spat- en
anticavitatieplaten.
91
91-892866A01