FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN
2.
Trimschakelaar (indien daarmee uitgerust) - Wanneer de trimbekrachtigingsschakelaar op de ERC-
hendel wordt geactiveerd, neemt de DTS-bedieningsmodule een gesloten circuit waar voor omhoog of
omlaag trimmen. De DTS-bedieningsmodule formuleert een signaal en stuurt dat naar de PCM. De
PCM sluit het massacircuit naar het omhoog- of omlaagtrimrelais.
a
3.
Stelschroef bedieningshendelfrictie - Deze schroef kan worden bijgesteld om de weerstand van de
bedieningshendel te verhogen of verlagen (deksel moet worden verwijderd). Dit voorkomt dat de
hendel bij sterke golfslag onverhoopt beweegt. Draai de schroef rechtsom om de weerstand te
verhogen en linksom om de weerstand te verlagen. Stel de frictie naar wens af.
4.
Stelschroef arreteerspanning - Deze schroef kan worden bijgesteld voor meer of minder kracht om de
bedieningshendel uit de arreteerstanden te halen (deksel moet worden verwijderd). Als de schroef
naar rechts wordt gedraaid, neemt de benodigde kracht toe. Stel de frictie naar wens af.
a
5.
Start-/stopknop - Hiermee kan de bootbestuurder de motor starten of afzetten zonder gebruik van de
contactsleutel.
6.
Ledje Neutral (neutraal) - Het ledje licht op als de motor in neutraal staat. Als de alleen-gasfunctie
ingeschakeld is, knippert het.
NB: De positie van de versnelling wordt bepaald aan de hand van de positie van de schakelactuator op de
motor, niet aan de hand van de positie van de bedieningshendel.
7.
Ledje Active (actief) - Het ledje brandt om aan te geven dat de afstandsbediening ingeschakeld en
klaar voor gebruik is.
12874
a -
b -
b
28556
a -
Trimschakelaar
Stelschroef arreteerspanning
Stelschroef bedieningshendelfrictie
40
nld