FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN
TOERENTALBEGRENZING OVERTOERENTAL
De begrenzing voor overtoerental wordt op een hoger toerental ingesteld dan het bedrijfsbereik. Als de motor
wordt gebruikt met een toerental dat gelijk aan of hoger dan de overtoerentalgrens is, staat de PCM niet toe
dat de motor het gewenste vermogen aanhoudt. Zie Specificaties voor de toerentalbegrenzing bij deze motor.
Na het bereiken van de toerentallimiet schakelt het Engine Guardian-systeem de ontsteking van bepaalde
cilinders uit. Als de bestuurder geen gas terugneemt, schakelt het Engine Guardian-systeem de ontsteking
van alle cilinders uit. Er is geen akoestisch waarschuwingssignaal om aan te geven dat de toerentalbeperking
door het Engine Guardian-systeem is ingeschakeld.
Resetten van de bescherming door het Engine Guardian-systeem:
1.
Neem het gas drie seconden lang helemaal terug.
2.
Open de gasklep. Herhaal stap een als de motor niet reageert.
SMARTCRAFT-PRODUCT
Er is een instrumentenset van het Mercury SmartCraft-systeem verkrijgbaar voor deze buitenboordmotor. De
instrumentenset geeft functies weer zoals het motortoerental, de koelvloeistoftemperatuur, oliedruk,
waterdruk, accuspanning, het brandstofverbruik en de motorbedrijfsuren.
De SmartCraft-instrumentenset helpt ook bij de diagnostiek van het motorbewakingssysteem (Engine
Guardian). De SmartCraft-instrumentenset toont de kritieke gegevens van de motor en de mogelijke
problemen.
Trim- en opklapbekrachtiging
De buitenboordmotor heeft een trim/opklapregeling, trimbekrachtiging genaamd. Hiermee kan de bestuurder
de stand van de buitenboordmotor eenvoudig bijstellen door de trimschakelaar in te drukken. Als u de
buitenboordmotor dichter naar de bootspiegel brengt, wordt dat in- of omlaagtrimmen genoemd. Als u de
buitenboordmotor verder van de bootspiegel af zet, heet dat uit- of omhoogtrimmen. De term "trimmen"
verwijst in het algemeen naar de afstelling van de buitenboordmotor binnen de eerste 20° van het bereik
waarover de motor versteld kan worden. Dit is het bereik dat wordt gebruikt terwijl de boot in planee vaart. De
term "opklappen" verwijst gewoonlijk naar een verdere kanteling van de buitenboordmotor uit het water. Als
de motor niet loopt en de contactschakelaar staat in de "AAN"-stand, dan kan de buitenboordmotor uit het
water worden geklapt. Bij lage stationaire snelheid (2000 TPM of minder) kan de buitenboordmotor ook
verder dan het trimbereik worden opgeklapt om in ondiep water te kunnen varen.
a
a -
trimschakelaar
b -
bereik van de opgeklapte motor
c -
bereik waarbinnen de motor kan worden getrimd
nld
b
c
57
28920