BELANGRIJK: Houd de buitenboordmotor ongeveer een minuut naar buiten/omhoog gekanteld voorbij de
verticale stand, zodat eventueel ingesloten olie terug kan stromen naar het oliecarter.
BELANGRIJK: Ter voorkoming of vermindering van het morsen van olie bij het verwijderen van het filter moet
de buitenboordmotor rechtop staan (niet schuin). De motor moet koud zijn of heeft ten minste één uur lang
niet gedraaid.
BELANGRIJK: Voor het verwijderen van motorolie uit XXL-modellen verdient de pompmethode de voorkeur.
Gebruik bij de aftapmethode een olieaftaptrechter om de olie van de onderste spatplaat naar een geschikte
opvangbak te leiden.
POMPMETHODE
1.
Houd de buitenboordmotor ongeveer een minuut naar buiten/omhoog gekanteld voorbij de verticale
stand, zodat eventueel ingesloten olie terug kan stromen naar het oliecarter.
2.
Zet de buitenboordmotor verticaal.
3.
Verwijder de peilstok en schuif de adapterslang van de carteroliepomp door het gat van de oliepeilstok
naar de onderkant van het motoroliecarter.
4.
Pomp de motorolie uit het carter naar een geschikte opvangbak.
Carteroliepomp
Olieaftaptrechter
AFTAPMETHODE
1.
Houd de buitenboordmotor ongeveer een minuut naar buiten/omhoog gekanteld voorbij de verticale
stand, zodat eventueel ingesloten olie terug kan stromen naar het oliecarter.
2.
Zet de buitenboordmotor verticaal.
3.
Plaats een geschikte opvangbak onder de motoroliecarterplug. De aftapplug met sluitring bevindt zich
onder de spatplaat, aan de bakboordkant van de buitenboordmotor.
ONDERHOUD
11591
4993
91-90265A 5
Voor het verwijderen van de motorolie zonder
het carter te hoeven aftappen.
91-892866A01
Leidt de afgetapte motorolie weg, zodat deze
niet in aanraking komt met de spat- en
anticavitatieplaten.
90
nld