Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐
knipperlichten. Een voorwaarde is dat
de instelling in de persoonlijke instel‐
lingen 3 127 is geactiveerd.
Werking elektronisch
sleutelsysteem
De elektronische sleutel moet zich
binnen een bereik van ongeveer
één meter van het betreffende portier
buiten de auto bevinden.
Ontgrendelen
Steek een hand achter de portier‐
greep van een van de voorportieren,
de schuifdeuren, de scharnierdeuren
of druk op de achterklepknop.
De ontgrendelmodus kan worden
ingesteld in het menu Persoonlijke
instellingen op het Info-Display. U
kunt uit twee instellingen kiezen:
● Alle deuren, de scharnierdeuren/
de bagageruimte en de tankklep
worden ontgrendeld door een
hand achter een van de voorpor‐
tiergrepen, de handgrepen van
de schuifdeuren of de handgre‐
pen van de scharnierdeuren te
Sleutels, portieren en ruiten
steken. Druk als de auto is uitge‐
rust met een achterklep op de
achterklepknop.
● Wanneer u een hand achter een
van de voordeurgrepen steekt,
worden alleen de voordeuren en
de tankklep ontgrendeld.
Persoonlijke instellingen 3 127.
Bagageruimte ontgrendelen
U ontgrendelt alleen de bagage‐
ruimte, d.w.z. de scharnierdeuren of
de achterklep, door uw hand achter
de greep van de scharnierdeuren te
steken of door op de achterklepknop
te drukken.
27