Inschakelen
De parkeerhulp achter wordt geacti‐
veerd wanneer u bij ingeschakeld
contact de achteruitversnelling
inschakelt. Dit wordt bevestigd door
een geluidssignaal.
Info-Display zonder aanraakscherm
Het systeem is klaar voor gebruik,
wanneer het led-lampje in de
parkeerhulpknop é niet brandt.
Info-Display met aanraakscherm
Activeer de parkeerhulp in de
persoonlijke instellingen 3 127.
Melding
Afhankelijk van de kant waar de auto
dichter bij een obstakel is, klinken er
aan de betreffende zijde akoestische
waarschuwingssignalen in de auto.
De geluidssignalen volgen elkaar
sneller op naarmate de afstand tot dat
obstakel afneemt. Is de afstand klei‐
ner dan ongeveer 30 cm, dan klinkt er
een continu geluid.
Ook wordt de afstand tot obstakels
achter de auto weergegeven door
veranderlijke afstandslijnen op het
Info-Display 3 123. Wanneer u het
obstakel erg dicht bent genaderd,
verschijnt het gevarensymbool +.
Rijden en bediening
Uitschakelen
Info-Display zonder aanraakscherm
Druk op é om het systeem handma‐
tig uit te schakelen. Het led-lampje in
de knop gaat branden, wanneer het
systeem gedeactiveerd is.
Info-Display met aanraakscherm
Deactiveer de parkeerhulp in de
persoonlijke instellingen 3 127. De
staat van het systeem
Als het systeem uitgeschakeld is,
wordt het bij de volgende keer inscha‐
kelen van het contact niet automa‐
tisch opnieuw ingeschakeld.
Parkeerhulp voor-achter
De parkeerhulp voor-achter meet de
afstand tussen de auto en voorgele‐
gen obstakels en achter de auto.
Deze informeert en waarschuwt u met
akoestische signalen en een aandui‐
ding op het display.
Het gebruikt twee verschillende
akoestische waarschuwingssignalen
voor de controlezones voor en achter,
elk met een andere geluidsfrequentie.
199