● koeling A/C
● automatische modus AUTO
● temperatuursynchronisatie met
twee zones MONO
● achterruitverwarming è of
verwarmbare buitenspiegels m
● ventilatorsnelheid r s
Verwarmbare achterruit è 3 46.
Verwarmbare buitenspiegels m
3 41.
De LED in de betreffende knop geeft
de geactiveerde functie aan.
De elektronische klimaatregeling
(ECC) werkt alleen optimaal bij een
draaiende motor.
Automatische modus AUTO
Basisinstelling voor maximaal
comfort:
● Druk op AUTO, de luchtverdeling
en ventilatorsnelheid worden
automatisch geregeld.
● Open alle luchtroosters voor opti‐
male luchtverdeling in de auto‐
matische modus.
● De airconditioning moet zijn
geactiveerd voor optimale
koeling en ontwaseming. Druk op
A/C om de airconditioning in te
Klimaatregeling
schakelen. De LED in de toets
geeft aan dat het systeem geac‐
tiveerd is.
● Stel de voorkeurtemperaturen
voor de bestuurders- en passa‐
gierszijde voorin in met de linker
en rechter draairing. De aanbe‐
volen temperatuur is 22 °C.
Druk achter elkaar op AUTO om de
gewenste automatische instellingen
te selecteren:
● Soft Auto voor een zachte en
stille luchtverdeling.
● Auto voor warmtecomfort en een
stille luchtverdeling.
● Auto Fast voor een dynamische
en efficiënte luchtverdeling.
Handmatige instellingen
U kunt de instellingen van de klimaat‐
regeling aanpassen door de volgende
functies te activeren:
147