118
Instrumenten en bedieningsorganen
Adaptieve cruise control
V verschijnt op het Driver Informa‐
tion Center wanneer het systeem een
voorligger in dezelfde rijstrook waar‐
neemt.
Adaptieve cruise control 3 185.
Frontaanrijdingswaarschuwing
I verschijnt op het Driver Informa‐
tion Center wanneer u te dicht bij de
voorligger komt.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 193.
Dodehoeksysteem
T brandt groen.
Het systeem is actief 3 201.
Actieve noodrem
m brandt of knippert geel.
Brandt
Het systeem is gedeactiveerd of er is
een fout gedetecteerd.
Ook verschijnt er een waarschu‐
wingsbericht op het Driver Informa‐
tion Center.
Controleer de reden van deactivering
3 195 en roep bij een systeemfout de
hulp van een werkplaats in.
Knippert
Het systeem grijpt actief in.
Afhankelijk van de situatie kan de
auto automatisch iets of krachtig
afremmen.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 193.
Voetgangersbescherming vóór
3 197.
Actieve noodrem 3 195.
Snelheidsbegrenzer
5 brandt op het Driver Information
Center wanneer de snelheidsbegren‐
zer actief is. Ingestelde snelheid
wordt aangegeven naast symbool
5.
Snelheidsbegrenzer 3 182.
Portier open
O brandt rood.
Een portier/deur, de achterklep of de
achterklepruit is open.
Als de auto is uitgerust met scharnie‐
rdeuren, brandt O niet wanneer deze
open zijn.