Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive FC 102:
Inhoudsopgave

Advertenties

Elektrische installatie
U
V W
Afbeelding 6.13 Netvoeding voor behuizingstype C4 (IP 20)
De netvoedingskabels zijn meestal niet-afgeschermde
kabels.

6.1.4 Motoraansluiting

LET OP
Gebruik afgeschermde/gewapende kabels om te voldoen
aan de EMC-emissienormen. Zie hoofdstuk 2.9.2 EMC-
testresultaten voor meer informatie.
Zie hoofdstuk 9 Algemene specificaties en problemen
verhelpen voor de juiste dwarsdoorsnede en lengte van de
motorkabel.
Kabelafscherming:
Vermijd montage met een afscherming met gedraaide
uiteinden (pigtails). Dit kan het afschermende effect bij
hoge frequenties verstoren. Als het noodzakelijk is de
afscherming te onderbreken om een motorisolator of
motorrelais te installeren, moet de afscherming worden
voortgezet met de laagst mogelijke HF-impedantie.
Sluit de afscherming van de motorkabel aan op de ontkop-
pelingsplaat van de frequentieomvormer en de metalen
behuizing van de motor.
Gebruik voor aansluitingen op de afscherming een zo
groot mogelijk oppervlak (kabelklem). Dit kan worden
gedaan met behulp van de bijgeleverde installatie-
middelen in de frequentieomvormer.
Als het noodzakelijk is om de afscherming te splitsen om
een motorisolator of motorrelais te installeren, moet de
afscherming worden voortgezet met de laagst mogelijke
HF-impedantie.
MG11BC10
Design Guide
Kabellengte en dwarsdoorsnede
De frequentieomvormer is getest met een bepaalde
kabellengte en een bepaalde kabeldoorsnede. Als de
doorsnede toeneemt, kan ook de kabelcapaciteit – en
daarmee de lekstroom – toenemen en moet de
kabellengte dienovereenkomstig verminderd worden.
Houd de motorkabel zo kort mogelijk om interferentie en
lekstromen te beperken.
Schakelfrequentie
Als frequentieomvormers in combinatie met sinusfilters
worden gebruikt om de akoestische ruis van een motor te
beperken, moet de schakelfrequentie worden ingesteld
overeenkomstig de instructies voor sinusfilters in
14-01 Schakelfrequentie.
1.
2.
3.
4.
5.
Alle typen driefasige asynchrone standaardmotoren
kunnen op de frequentieomvormer worden aangesloten.
Kleine motoren worden gewoonlijk in ster geschakeld
(230/400 V, Y). Grote motoren zijn gewoonlijk in driehoek-
schakeling geschakeld (400/690 V, Δ). Kijk op het
motortypeplaatje voor de juiste aansluitmodus en
spanning.
Procedure
1.
2.
3.
4.
5.
Danfoss A/S © Rev. 06/2014 Alle rechten voorbehouden.
Bevestig de ontkoppelingsplaat aan de bodem
van de frequentieomvormer met de schroeven en
sluitringen uit de accessoiretas.
Bevestig de motorkabel aan de klemmen 96 (U),
97 (V), 98 (W).
Bevestig aan de aardverbinding (klem 99) op de
ontkoppelingsplaat met de schroeven uit de
accessoiretas.
Sluit de stekkerconnectoren 96 (U), 97 (V), 98 (W)
(tot 7,5 kW) en de motorkabel aan op de
klemmen gelabeld MOTOR.
Bevestig de afgeschermde kabel aan de ontkop-
pelingsplaat met de schroeven en sluitringen uit
de accessoiretas.
Verwijder een deel van de buitenste kabelisolatie.
Plaats de gestripte draad onder de kabelklem om
een mechanische bevestiging en elektrisch
contact tussen de kabelafscherming en aarde te
verkrijgen.
Sluit de aardkabel aan op de dichtstbijzijnde
aardklem overeenkomstig de aardingsinstructies.
Sluit de 3-fasige motorkabel aan op klem 96 (U),
97 (V) en 98 (W); zie Afbeelding 6.14.
Haal de klemmen aan overeenkomstig de
informatie in hoofdstuk 6.1.1 Koppel.
6
6
95

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave