Installatie en setup
8.6.3 Overzicht Modbus RTU
Het Modbus RTU-overzicht beschrijft het proces dat een
regelaar gebruikt om toegang te vragen tot een ander
apparaat. Dit proces is hetzelfde voor alle typen fysieke-
communicatienetwerken. Dit proces bepaalt bijvoorbeeld
hoe de Modbus RTU reageert op verzoeken van een ander
apparaat en de wijze waarop fouten worden gedetecteerd
en gerapporteerd. Het zorgt tevens voor een standaard
formaat voor de indeling en inhoud van berichtvelden.
Tijdens communicatie over een Modbus RTU-netwerk
bepaalt het protocol hoe elke regelaar
•
het adres van het apparaat verkrijgt;
•
een aan hem geadresseerd bericht herkent;
•
bepaalt welke acties moeten worden
ondernomen;
•
gegevens of andere informatie uit het bericht
haalt.
Als een antwoord nodig is, zal de regelaar het antwoord-
bericht opstellen en verzenden.
Regelaars communiceren via een master-volgermethode
waarbij alleen de master transacties (zogenaamde query's)
kan initiëren. Volgers reageren door de gevraagde data
aan de master te leveren of de via de query gevraagde
actie uit te voeren.
De master kan afzonderlijke volgers aanspreken of een
broadcastbericht naar alle volgers sturen. Wanneer een
volger een query ontvangt die speciaal aan hem is
geadresseerd, zendt hij een antwoord terug. Na een
broadcastquery van de master wordt geen antwoord
teruggezonden. Het Modbus RTU-protocol bepaalt de
indeling voor de query van de master door het adres van
het apparaat (of het broadcastadres), een functiecode die
de gewenste actie aangeeft, eventuele te verzenden data
en een controleveld door te geven. Het antwoordbericht
van de volger wordt ook gedefinieerd op basis van het
Modbus-protocol. Het bevat velden voor het bevestigen
van de uitgevoerde actie, eventuele terug te zenden data,
en een controleveld. Als bij de ontvangst van het bericht
een fout optreedt, of als de volger niet in staat is om de
gevraagde actie uit te voeren, zal de volger een
foutmelding genereren en deze als antwoord terugzenden;
er kan ook een time-out optreden.
MG11BC10
Design Guide
8.6.4 Frequentieomvormer met Modbus
De frequentieomvormer communiceert in Modbus RTU-
indeling over de ingebouwde RS-485-interface. Modbus
RTU biedt toegang tot het stuurwoord en de busreferentie
van de frequentieomvormer.
Het stuurwoord stelt de Modbus-master in staat om
diverse belangrijke functies van de frequentieomvormer te
besturen.
•
•
•
•
•
•
•
De busreferentie wordt gewoonlijk gebruikt voor een
snelheidsregeling. Het is ook mogelijk om toegang te
krijgen tot deze parameters, deze uit te lezen en, waar
mogelijk, er waarden naartoe te schrijven. Dit biedt een
reeks besturingsopties, inclusief het besturen van het
setpoint van de frequentieomvormer als gebruik wordt
gemaakt van de interne PI-regelaar.
8.7 Netwerkconfiguratie
Stel de volgende parameters in om Modbus RTU op de
frequentieomvormer in te schakelen:
Parameter
8-30 Protocol
8-31 Adres
8-32 Baudsnelheid
8-33 Par./stopbits
Tabel 8.11 Parameters Modbus RTU
Danfoss A/S © Rev. 06/2014 Alle rechten voorbehouden.
RTU
Start
De frequentieomvormer kan op verschillende
manieren worden gestopt:
-
Vrijloop na stop
-
Snelle stop
-
Stop via DC-rem
-
Normale (uitloop)stop
Reset na een uitschakeling (trip)
Draaien op diverse vooraf ingestelde snelheden
Omgekeerd draaien
Wijzigen van de actieve setup
Besturen van het ingebouwde relais van de
frequentieomvormer
Instelling
Modbus RTU
1-247
2400-115200
Even pariteit, 1 stopbit (standaard)
8
8
149