Toepassingsvoorbeelden
7.1.8 Cascaderegelaar
Afbeelding 7.7 Een pomptoepassing
De cascaderegelaar wordt gebruikt voor pomptoepas-
singen waarbij een bepaalde druk (opvoerhoogte) of
niveau moet worden gehandhaafd over een breed
dynamisch bereik. Het laten draaien van een grote pomp
met een variabel toerental en een groot bereik is geen
ideale situatie vanwege het lage pomprendement en
omdat er een praktische limiet van ongeveer 25% van het
nominale toerental bij volledige belasting bestaat voor een
werkende pomp.
Met de cascaderegelaar regelt de frequentieomvormer een
motor met variabel toerental als de pomp met variabele
snelheid (hoofdpomp) en kan deze twee extra pompen
met vaste snelheid gefaseerd in- en uitschakelen. Door het
toerental van de eerste pomp te variëren, wordt een
variabele toerentalregeling voor het totale systeem
verkregen. Hiermee wordt de druk constant gehouden en
worden drukpieken voorkomen, wat resulteert in een
lagere systeemdruk en een stillere werking van
pompsystemen.
Vaste hoofdpomp
De motoren moeten hetzelfde vermogen hebben. Met de
cascaderegelaar kan de frequentieomvormer tot vijf gelijk-
waardige pompen besturen met behulp van de twee
ingebouwde relais in de frequentieomvormer en de
klemmen 27 en 29 (digitale in-/uitgang). Wanneer de
variabele pomp (hoofdpomp) rechtstreeks op de frequen-
tieomvormer aangesloten is, worden de andere vier
pompen geregeld door de twee ingebouwde relais en de
klemmen 27 en 29 (digitale in-/uitgang). Wisseling
hoofdpomp kan niet worden geselecteerd als de
hoofdpomp een vaste pomp is.
MG11BC10
Design Guide
Wisseling hoofdpomp
De motoren moeten hetzelfde vermogen hebben. Deze
functie maakt het mogelijk dat de frequentieomvormer de
pompen in het systeem afwisselend bestuurt (wanneer
25-57 Relais per pomp = 1, bedraagt het maximale aantal
pompen 4; wanneer 25-57 Relais per pomp = 2, bedraagt
het maximale aantal pompen 3). In deze bedrijfsmodus
worden beide pompen even veel gebruikt, waardoor het
benodigde pomponderhoud wordt beperkt en het systeem
een grotere betrouwbaarheid en een langere levensduur
heeft. Wisseling van de hoofdpomp kan plaatsvinden via
een commandosignaal of bij gefaseerd in/uitschakelen
(toevoeging van een secundaire pomp).
Het commando kan een handmatige wissel of een wissel-
gebeurtenissignaal zijn. Als de wisselgebeurtenis wordt
geselecteerd, zal de pompwisseling plaatsvinden zodra de
gebeurtenis zich voordoet. Het kan hierbij bijvoorbeeld
gaan om een wisseltimer die afloopt, waardoor de
hoofdpomp in de slaapmodus gaat. Het gefaseerd in-/
uitschakelen wordt bepaald door de actuele systeembe-
lasting.
25-55 Wissel als bel < 50% = 1, bij belasting ≥ 50% vindt
geen wisseling plaats. Bij belasting < 50% vindt wisseling
plaats. Wanneer 25-55 Wissel als bel < 50% = 0, vindt altijd
wisseling plaats, ongeacht de belasting. De totale pompca-
paciteit is de hoofdpomp plus de capaciteit van secundaire
pompen.
Beheer bandbreedte
Om een frequente wisseling van pompen met een vaste
snelheid te voorkomen, wordt in systemen met cascadere-
geling de gewenste systeemdruk niet op een bepaald
niveau maar binnen een bepaalde bandbreedte gehouden.
De stagingbandbreedte bepaalt de vereiste bandbreedte
voor deze bedrijfsmodus. Wanneer er een grote en snelle
wijziging in de systeemdruk optreedt, zal de onderdruk-
kingsbandbreedte de stagingbandbreedte onderdrukken
om een onmiddellijke reactie op een kortstondige drukwij-
ziging te voorkomen. Er kan een timer voor het
onderdrukken van de bandbreedte worden
geprogrammeerd om gefaseerd in- en uitschakelen te
voorkomen totdat de systeemdruk weer stabiel is en een
normale regeling weer mogelijk is.
Wanneer de cascaderegelaar ingeschakeld is en normaal
functioneert en de frequentieomvormer een alarm met
uitschakeling (trip) geeft, wordt de opvoerhoogte van het
systeem gehandhaafd door de pompen met vaste snelheid
in en uit te schakelen. Om frequent in- en uitschakelen te
voorkomen en drukschommelingen tot een minimum te
beperken, wordt in plaats van de stagingbandbreedte een
grotere bandbreedte voor vaste snelheid gebruikt.
Danfoss A/S © Rev. 06/2014 Alle rechten voorbehouden.
7
7
137