Inleiding tot VLT® HVAC Dri...
LET OP
Na de eerste inbedrijfstelling en na elke wijziging aan de
veiligheidsvoorziening moet een inbedrijfstellingstest
met succes worden afgerond.
De inbedrijfstellingstest (selecteer praktijkvoorbeeld 1 of
2 op basis van toepasselijkheid):
Praktijkvoorbeeld 1: het voorkomen van een herstart na
een veilige uitschakeling van het koppel is vereist
(d.w.z. enkel de STO-functie, waarbij 5-19 Klem 37 Veilige
stop is ingesteld op de standaardwaarde [1], of een
combinatie van de STO-functie en een MCB 112, waarbij
5-19 Klem 37 Veilige stop is ingesteld op [6] of [9]):
1.1 Verwijder de 24 V DC-spanning naar klem 37
met behulp van de circuitbreaker terwijl de motor
wordt aangedreven door de FC 102 (d.w.z. dat de
netvoeding niet wordt onderbroken). De teststap
is met succes uitgevoerd als de motor reageert
met een vrijloop en de mechanische rem (indien
aangesloten) wordt geactiveerd. Als er een LCP is
aangesloten, moet bovendien het alarm Veilige
stop [A68] worden weergegeven.
1.2 Verstuur een resetsignaal (via bus, digitale I/O
of de [Reset]-toets). De teststap is met succes
uitgevoerd als de motor in de STO-toestand blijft
en de mechanische rem (indien aangesloten)
geactiveerd blijft.
1.3 Sluit de 24 V DC weer aan op klem 37. De
teststap is met succes uitgevoerd als de motor in
de vrijloopstatus blijft staan en de mechanische
rem (indien aangesloten) geactiveerd blijft.
1.4 Verstuur een resetsignaal (via bus, digitale I/O
of de [Reset]-toets). De teststap is met succes
uitgevoerd als de motor weer bedrijfsklaar wordt.
De inbedrijfstellingstest is geslaagd als alle vier de
teststappen (1.1, 1.2, 1.3 en 1.4) met succes zijn doorlopen.
Praktijkvoorbeeld 2: een automatische herstart na een
veilige uitschakeling van het koppel is gewenst en
toegestaan (d.w.z. enkel de STO-functie, waarbij
5-19 Klem 37 Veilige stop is ingesteld op [3], of een
combinatie van STO en MCB 112, waarbij 5-19 Klem 37
Veilige stop is ingesteld op [7] of [8]):
2.1 Verwijder de 24 V DC-spanning naar klem 37
met behulp van de circuitbreaker terwijl de motor
wordt aangedreven door de FC 102 (d.w.z. dat de
netvoeding niet wordt onderbroken). De teststap
is met succes uitgevoerd als de motor reageert
met een vrijloop en de mechanische rem (indien
aangesloten) wordt geactiveerd. Als er een LCP is
aangesloten, moet bovendien de waarschuwing
Veilige stop [W68] worden weergegeven.
2.2 Sluit de 24 V DC weer aan op klem 37.
MG11BC10
Design Guide
De teststap is met succes uitgevoerd als de motor weer
bedrijfsklaar wordt. De inbedrijfstellingstest is gelukt als
beide teststappen (2.1 en 2.2) met succes zijn doorlopen.
LET OP
Zie de waarschuwing over het herstartgedrag in
hoofdstuk 2.6.1 Klem 37 – functie voor veilige uitschakeling
van het koppel (STO).
2.7 Voordelen
2.7.1 Wat is het voordeel van het gebruik
Een frequentieomvormer maakt gebruik van het feit dat
centrifugaalventilatoren en -pompen de proportionaliteits-
wetten voor dergelijke ventilatoren en pompen volgen. Zie
de tekst en afbeelding onder De proportionaliteitswetten
voor meer informatie.
2.7.2 Het grote voordeel –
Een voordeel van een frequentieomvormer voor het
regelen van het toerental van ventilatoren en pompen is
de besparing op de energiekosten.
In vergelijking met alternatieve regelsystemen en -
technieken is een frequentieomvormer hét
energiebesparingssysteem voor het regelen van ventilator-
en pompsystemen.
Afbeelding 2.8 Ventilatorcurves (A, B en C) voor
gereduceerde ventilatorvolumes.
Danfoss A/S © Rev. 06/2014 Alle rechten voorbehouden.
van een frequentieomvormer voor
het regelen van ventilatoren en
pompen?
energiebesparing
2
2
21