Inleiding tot VLT® HVAC Dri...
WAARSCHUWING
De activering van de STO-functie (d.w.z. het wegnemen
van de 24 V DC-spanning naar klem 37) biedt geen
elektrische veiligheid. De STO-functie is daarom op
zichzelf onvoldoende voor het implementeren van een
nooduitschakelingsfunctie zoals gedefinieerd in EN
60204-1. Voor een nooduitschakeling zijn maatregelen
op het gebied van elektrische isolatie vereist,
bijvoorbeeld door het uitschakelen van de netvoeding
via een extra contactor.
1.
Activeer de STO-functie door de 24 V DC-
spanning naar klem 37 weg te nemen.
2.
Na activering van STO-functie (d.w.z. na de
responstijd) loopt de frequentieomvormer vrij
(het stoppen genereert een draaiveld in de
motor). De responstijd is typisch minder dan 10
ms voor het volledige prestatiebereik van de
frequentieomvormer.
De frequentieomvormer zal gegarandeerd niet opnieuw
een draaiveld gaan creëren als gevolg van een interne fout
(conform cat. 3/PL d volgens EN-ISO 13849-1 en SIL 2
volgens EN 62061). Nadat de STO-functie is geactiveerd,
verschijnt op het display te de melding dat de STO-functie
is geactiveerd. De bijbehorende helptekst geeft 'Veilige
stop actief' aan. Dit betekent dat de STO-functie is
geactiveerd of dat het normale bedrijf nog niet weer is
hervat na activering van de STO-functie.
LET OP
Aan de eisen van cat. 3/PL d (ISO 13849-1) wordt enkel
voldaan wanneer de 24 V DC-spanning naar klem 37
verwijderd blijft of laag wordt gehouden door een
beveiliging die zelf ook voldoet aan cat. 3/PL d (ISO
13849-1). Wanneer externe krachten de motor
beïnvloeden, bijv. in geval van een verticale as
(hangende lasten), en een ongewenste beweging, bijv.
veroorzaakt door de zwaartekracht, gevaar kan
opleveren, mag de motor niet worden gebruikt zonder
aanvullende maatregelen ten aanzien van valbeveiliging.
Hiervoor moeten bijvoorbeeld extra mechanische
remmen worden geïnstalleerd.
MG11BC10
Design Guide
Om de werking te hervatten na activering van de STO-
functie, moet eerst de 24 V DC-spanning weer op klem 37
worden geschakeld (de tekst 'Veilige stop actief' wordt nog
altijd weergegeven). Vervolgens moet een resetsignaal
worden gegenereerd (via bus, digitale I/O of de [Reset]-
toets op de omvormer).
Standaard worden de STO-functies zo ingesteld dat een
onbedoelde start wordt voorkomen. Dit betekent dat vóór
het beëindigen van de STO-functie het hervatten van
normaal bedrijf eerst weer 24 V DC moet worden
geschakeld op klem 37. Vervolgens moet een resetsignaal
worden afgegeven (via bus, digitale I/O of de [Reset]-toets).
De STO-functie kan worden ingesteld voor een automa-
tische herstart door de instelling van 5-19 Klem 37 Veilige
stop te wijzigen van de standaardwaarde [1] naar waarde
[3]. Als er een MCB 112-optie op de frequentieomvormer is
aangesloten, wordt het gedrag bij een automatische
herstart ingesteld via optie [7] of [8].
Een automatische herstart betekent dat de STO-functie
wordt beëindigd en normaal bedrijf wordt hervat zodra 24
V DC wordt geschakeld op klem 37; hiervoor is geen
resetsignaal nodig.
WAARSCHUWING
Het toepassen van een automatische herstart is enkel
toegestaan in de volgende twee situaties:
1.
2.
Danfoss A/S © Rev. 06/2014 Alle rechten voorbehouden.
Een onbedoelde start wordt voorkomen via
andere delen van de installatie voor de STO-
functie.
Aanwezigheid in de gevarenzone kan fysiek
worden uitgesloten wanneer de STO-functie
niet geactiveerd is. Met name paragraaf 5.3.2.5
van ISO 12100-2 2003 moet in acht worden
genomen.
2
2
19