Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pompstaging Met Wisselende Hoofdpomp; Systeemstatus En Bediening; Bedradingsschema Voor Pomp Met Variabele En Vaste Snelheid - Danfoss VLT HVAC Drive FC 102 Beknopte Gids

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive FC 102:
Inhoudsopgave

Advertenties

Toepassingsvoorbeelden
7.1.9 Pompstaging met wisselende
hoofdpomp
Afbeelding 7.8 Pompstaging met wisselende hoofdpomp
Wanneer een wisseling van hoofdpomp is ingeschakeld,
kunnen maximaal twee pompen worden bestuurd. Op een
wisselcommando loopt de hoofdpomp aan tot de
minimumfrequentie (f
7
7
tot de maximumfrequentie (f
de hoofdpomp de destagingfrequentie bereikt, wordt de
pomp met vaste snelheid uitgeschakeld (destaging). De
hoofdpomp blijft aanlopen en loopt vervolgens uit tot een
stop, waarna de twee relais worden uitgeschakeld.
Na een tijdsvertraging schakelt het relais voor de pomp
met vaste snelheid gefaseerd in (staging) en wordt deze
pomp de nieuwe hoofdpomp. De nieuwe hoofdpomp
loopt aan tot de maximumsnelheid en loopt vervolgens uit
naar de minimumsnelheid. Wanneer de staging-frequentie
wordt bereikt, wordt de oude hoofdpomp weer
ingeschakeld (staging) via het net en gaat deze werken als
de nieuwe pomp met vaste snelheid.
Als de hoofdpomp gedurende een vooraf ingestelde tijd
heeft gedraaid op de minimumfrequentie (f
ook een pomp met vaste snelheid actief is, levert de
hoofdpomp nauwelijks een bijdrage aan het systeem.
Wanneer de geprogrammeerde waarde van de timer wordt
bereikt, wordt de hoofdpomp verwijderd, waardoor een
probleem met heetwatercirculatie wordt voorkomen.
138
Design Guide
) en na een vertraging aanlopen
min
). Wanneer de snelheid van
max
), terwijl er
min
Danfoss A/S © Rev. 06/2014 Alle rechten voorbehouden.

7.1.10 Systeemstatus en bediening

Als de hoofdpomp in de slaapmodus gaat, wordt de
functie aangegeven op het LCP. Het is mogelijk om de
hoofdpomp te laten wisselen op basis van een slaapstand-
conditie.
Wanneer de cascaderegelaar is ingeschakeld, wordt de
bedrijfsstatus van elke pomp en van de cascaderegelaar op
het LCP weergegeven. De volgende informatie wordt
onder meer weergegeven:
Pompstatus – wordt afgelezen van de status van
de relais die aan elke pomp zijn toegewezen. Het
display laat zien welke pomp is uitgeschakeld, uit
staat, via de frequentieomvormer draait of via het
net/de motorstarter draait.
Cascadestatus is een uitlezing van de status van
de cascaderegelaar. Het display laat zien of de
cascaderegelaar is uitgeschakeld, alle pompen uit
staan, een noodsituatie alle pompen heeft
gestopt, alle pompen draaien, pompen met vaste
snelheid worden in-/uitgeschakeld of dat
wisseling van de hoofdpomp plaatsvindt.
Destaging bij geen flow zorgt ervoor dat alle
pompen met vaste snelheid afzonderlijk worden
gestopt totdat de status Geen flow verschijnt.
7.1.11 Bedradingsschema voor pomp met
variabele en vaste snelheid
Afbeelding 7.9 Bedradingsschema voor pomp met variabele
en vaste snelheid
MG11BC10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave