Installatie en setup
8.4.10 Parameterwaarde (PWE)
Het parameterwaardeblok bestaat uit 2 woorden (4 bytes)
en de waarde hangt af van het gegeven commando (AK).
De master vraagt om een parameterwaarde wanneer het
PWE-blok geen waarde bevat. Om een parameterwaarde te
wijzigen (schrijven), schrijft u de nieuwe waarde in het
PWE-blok en verzendt u dit van de master naar de volger.
Als een volger antwoordt op een parameterverzoek
(leescommando), wordt de actuele parameterwaarde naar
het PWE-blok overgedragen en teruggestuurd naar de
master. Als een parameter geen numerieke waarde bevat
maar verschillende dataopties, bijv. 0-01 Taal, waarbij [0]
staat voor Engels en [4] voor Spaans, selecteert u de
gewenste datawaarde door de waarde in te voeren in het
PWE-blok. Zie Voorbeeld – Een datawaarde selecteren. Via
seriële communicatie is het alleen mogelijk om parameters
met datatype 9 (tekstreeks) te lezen.
15-40 FC-type tot 15-53 Serienr. voedingskaart bevatten
datatype 9.
Zo kunt u bijvoorbeeld het vermogen van de eenheid en
het netspanningsbereik uitlezen via 15-40 FC-type. Wanneer
een tekstreeks wordt overgedragen (lezen), is de lengte
van het telegram variabel, aangezien de teksten in lengte
variëren. De telegramlengte wordt gedefinieerd in de
tweede byte van het telegram, LGE. Bij tekstoverdracht
geeft het indexteken aan of het om een lees- of een
schrijfcommando gaat.
Om een tekst via het PWE-blok te lezen, stelt u het
parametercommando (AK) in op 'F' hex. De hoge byte van
het indexteken moet '4' zijn.
Sommige parameters bevatten teksten die kunnen worden
geschreven via de seriële bus. Om een tekst via het PWE-
blok te schrijven, stelt u het parametercommando (AK) in
op 'F' hex. De hoge byte van het indexteken moet '5' zijn.
Afbeelding 8.11 Tekst via PWE-blok
8.4.11 Datatypen die door de
frequentieomvormer worden
ondersteund
Zonder teken betekent dat er geen teken in het telegram
opgenomen is.
MG11BC10
Design Guide
Datatypen
3
4
5
6
7
9
10
13
33
35
Tabel 8.8 Datatypen en beschrijving
8.4.12 Conversie
In de fabrieksinstellingen worden de diverse attributen van
elke parameter weergegeven. Parameterwaarden worden
enkel als gehele getallen overgedragen. Om decimalen
over te dragen, worden conversiefactoren gebruikt.
4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz] heeft een conversiefactor
van 0,1. Om de minimumfrequentie op 10 Hz in te stellen,
moet de waarde 100 worden overgedragen. Een conversie-
factor van 0,1 betekent dat de overgebrachte waarde met
0,1 wordt vermenigvuldigd. De waarde 100 wordt dus
gelezen als 10,0.
Voorbeelden:
0 s ⇒ conversie-index 0
0,00 s ⇒ conversie-index -2
0 ms ⇒ conversie-index -3
0,00 ms ⇒ conversie-index -5
Conversie-index:
100
75
74
67
6
5
4
3
2
1
0
-1
-2
-3
-4
-5
-6
-7
Tabel 8.9 Conversietabel
Danfoss A/S © Rev. 06/2014 Alle rechten voorbehouden.
Beschrijving
Integer 16
Integer 32
Zonder teken 8
Zonder teken 16
Zonder teken 32
Tekstreeks
Bytereeks
Tijdverschil
Gereserveerd
Bitvolgorde
Conversiefactor
1000000
100000
10000
1000
100
10
1
0,1
0,01
0,001
0,0001
0,00001
0,000001
0,0000001
147
8
8