Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive FC 102:
Inhoudsopgave

Advertenties

Deze Design Guide gebruiken
1
1

1.1.1 Definities

Frequentieomvormer
I
VLT,MAX
De maximale uitgangsstroom.
I
VLT,N
De nominale uitgangsstroom die door de frequentieom-
vormer wordt geleverd.
U
VLT, MAX
De maximale uitgangsspanning.
Ingang:
Stuurcommando
Start en stop de
aangesloten motor via het
LCP of de digitale
ingangen.
De functies zijn in twee
groepen verdeeld.
De functies in groep 1
hebben een hogere
prioriteit dan de functies
in groep 2.
Tabel 1.4 Functiegroepen
Motor:
f
JOG
De motorfrequentie wanneer de jog-functie is geactiveerd
(via digitale klemmen)
f
M
De motorfrequentie.
f
MAX
De maximale motorfrequentie.
f
MIN
De minimale motorfrequentie.
f
M,N
De nominale motorfrequentie (gegevens motortypeplaatje).
I
M
De motorstroom.
I
M,N
De nominale motorstroom (gegevens motortypeplaatje).
n
M,N
Het nominale motortoerental (gegevens motortypeplaatje).
P
M,N
Het nominale motorvermogen (gegevens motortype-
plaatje).
T
M,N
Het nominale koppel (motor).
8
Design Guide
Groep 1 Reset, Vrijloop na stop,
Reset en vrijloop na stop,
Snelle stop, DC-rem, Stop
en de [Off]-toets.
Groep 2 Start, Pulsstart, Omkeren,
Start omkeren, Jog en
Uitgang vasthouden
Danfoss A/S © Rev. 06/2014 Alle rechten voorbehouden.
U
M
De momentele motorspanning.
U
M,N
De nominale motorspanning (gegevens motortypeplaatje).
Losbreekkoppel
Afbeelding 1.1 Losbreekkoppel
η
VLT
Het rendement van de frequentieomvormer wordt gedefi-
nieerd als de verhouding tussen het uitgangsvermogen en
het ingangsvermogen.
Startdeactiveercommando
Een stopcommando behorend tot groep 1 van de
stuurcommando's – zie Tabel 1.4.
Stopcommando
Zie Stuurcommando's.
Referenties:
Analoge referentie
Een signaal dat naar analoge ingang 53 of 54 wordt
gestuurd, kan bestaan uit een spannings- of stroomsignaal.
Busreferentie
Een signaal dat naar de seriële-communicatiepoort (FC-
poort) wordt gestuurd.
Ingestelde ref.
Een gedefinieerde, vooraf ingestelde referentie die kan
worden ingesteld van -100% tot +100% van het referentie-
bereik. Selectie van acht digitale referenties via de digitale
klemmen.
Pulsreferentie
Een pulsfrequentiesignaal dat naar de digitale ingangen
(klem 29 of 33) wordt gestuurd.
Ref
MAX
Bepaalt de relatie tussen de referentie-ingang met een
waarde van 100% van de volledige schaal (gewoonlijk
10 V, 20 mA) en de totale referentie. De maximumrefe-
rentie die is ingesteld in 3-03 Max. referentie.
Ref
MIN
Bepaalt de relatie tussen de referentie-ingang met een
waarde van 0% (gewoonlijk 0 V, 0 mA, 4 mA) en de totale
referentie. De minimumreferentiewaarde die is ingesteld in
3-02 Minimumreferentie
MG11BC10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave