66
5.10.22. Instellen van de afstandsbediening
Druk op de knop
op de actiebalk om de instellingenopties te openen
Configureer de draadloze verbinding met de injector. De
draadloos-ID moet overeenkomen met de draadloos-ID die
op de injector is ingesteld (zie paragraaf 5.9.2).
Schakel de interface tussen de afstandsbediening en de
scanner in of uit (zie paragraaf 5.11).
Stel de helderheid van het scherm in.
Stel het volume van de geluiden van de afstandsbediening
in.
Maak een keuze uit de beschikbare talen.
MEDRAD
®
Salient Bedieningshandleiding
[Optioneel]