Inhoudsopgave
Advertenties
6
2.9.
SPUIT - Waarschuwingen en aandachtspunten
WAARSCHUWING: Hergebruik van spuiten kan een biologisch gevaar opleveren.
De gebruikte spuit en vulslang niet opnieuw gebruiken bij een andere patiënt. Voer het wegwerpproduct op
de juiste wijze af overeenkomstig het binnen uw instelling gehanteerde protocol voor het afvoeren van
verontreinigde bloedproducten.
WAARSCHUWINGEN
Laad de spuit op de juiste wijze. Verkeerd laden van de spuit kan leiden tot toediening van een te
♦
klein volume, luchtembolie of persoonlijk letsel.
In gevulde spuiten die worden opgeslagen kan bacteriegroei optreden. Imaxeon-spuiten zijn
♦
bedoeld om onmiddellijk na het vullen te worden gebruikt. Gooi alle gevulde spuiten weg, met name
als deze al enige tijd uit de injector zijn verwijderd.
Houd de lengte van het vloeistoftraject van de spuit naar de patiënt zo kort mogelijk. Aansluiting van
♦
extra infusiesystemen/accessoires op het centrale vloeistoftraject van de injector naar de patiënt
verhoogt de flowweerstand. Dit kan resulteren in een te lage flowsnelheid, een te klein volume of een
stagnatie waardoor de procedure mogelijk moet worden herhaald.
♦
Ga uiterst voorzichtig te werk bij het selecteren van de flowsnelheid om het onbedoeld
programmeren van een onjuiste hoge injectiesnelheid te voorkomen. Controleer de instellingen altijd
vóór het vrijgeven en injecteren; injecties met een te hoge flowsnelheid kunnen letsel bij de patiënt
veroorzaken.
Luchtembolie kan letsel bij of overlijden van de patiënt veroorzaken; de patiënt mag pas op de
♦
injector worden aangesloten als alle ingesloten lucht uit de spuit, de verbindingsslang en de
katheter is verwijderd. Om luchtembolie te voorkomen, zijn waakzaamheid en zorg van de bediener,
in combinatie met een vastgestelde procedure, van cruciaal belang.
Het gebruik van niet-steriele onderdelen kan resulteren in een infectie bij de patiënt. Verwijder de
♦
plunjer niet om de spuit te vullen. Zorg dat alle wegwerponderdelen steriel blijven.
AANDACHTSPUNTEN
♦
De spuit kan worden beschadigd als er met instrumenten op wordt getikt om de lucht te
verwijderen. Tik alleen zachtjes met de handpalm op de spuit of drukhuls om de luchtbellen los te
maken.
♦
Controleer of de drukinstellingen lager zijn dan de druklimieten voor de katheter en de
connectoren. Als er een occlusie optreedt, kunnen de wegwerponderdelen met een lagere druklimiet
worden blootgesteld aan een druk die hoger is dan de drukweerstand van het onderdeel, waardoor het
onderdeel kapot gaat.
De spuitwarmhouder is voorzien van een storingslampje; als dit lampje brandt terwijl de
♦
warmhouder om de spuit is aangebracht, moet de warmhouder worden verwijderd. Dit duidt erop
dat de spuitwarmhouder niet correct werkt en dat de ingebouwde beveiligingskring het
verwarmingsmechanisme heeft uitgeschakeld.
2.10.
INJECTOR - Waarschuwingen en aandachtspunten
WAARSCHUWINGEN
MEDRAD
®
Salient Bedieningshandleiding
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
