MEDRAD
®
Salient Bedieningshandleiding
5.10.3.1. Status injectorverbinding
De afstandsbedieningsmanager werkt de verbindingsstatus direct bij. Het is belangrijk om te controleren of de
verbinding werkt voordat u begint met het bedienen van de injector.
5.10.3.2. Injectorverbinding tot stand brengen/opnieuw tot stand brengen
Als de verbinding met de injector wordt
verbroken, verschijnt er een waarschuwing op het
scherm van de afstandsbediening.
Controleer of de injector is ingeschakeld en stel de
juiste Wireless ID (draadloos-ID) in, die moet
overeenkomen met de draadloos-ID in de
afstandsbediening
(zie
paragraaf
5.10.22).
U dient zowel de injector als de afstandsbediening
opnieuw op te starten om de verbinding te
herstellen.
Geen verbinding. De afstandsbediening probeert verbinding te maken
met de injector als er geen verbinding wordt waargenomen.
Wel verbinding. Het aantal segmenten geeft de sterkte van het signaal
aan.
Communicatieprobleem. Het geselecteerde kanaal is reeds in gebruik,
of de verkeerde protocolversie wordt gebruikt.
5.9.2
en
51