8
Gevaar van elektrische schokken tijdens het reinigen. Om elektrische schokken en schade aan de
♦
injector te voorkomen, dient u de injector vóór het reinigen altijd van de netvoeding los te koppelen.
Zorg dat de injector volledig droog is voordat u de netvoeding weer aansluit.
Spanningsgevaar. Ter voorkoming van gevaarlijke spanningen mag de IEC-connector (basiskabel) niet
♦
worden verwijderd zolang de injector op de netvoeding is aangesloten. Koppel de injector ook altijd los
van de netvoeding alvorens de IEC-voedingsconnector te verwijderen.
♦
De injectorzuil mag niet worden gepositioneerd door aan de injectorkop, het scherm of de kabels
te trekken. Als de injectorkop of standaard op de patiënt of de laborant valt, kan dit letsel tot gevolg
hebben. Verplaats de injector door de handgreep vast te pakken en de injectorzuil op zijn plaats te
duwen of te trekken.
Knelgevaar. Pak geen draaipunten vast. Positioneer de injectorkop door alleen de kop vast te pakken.
♦
Als er overmatig veel gewicht op het apparaat wordt geplaatst, kan dit resulteren in letsel bij de
♦
bediener. Niet leunen en geen zware voorwerpen plaatsen op de arm, de injectorkop of de handgrepen.
Als er flessen van het plateau afvallen, kan dit resulteren in letsel bij de bediener. Plaats geen
♦
flessen op het plateau. Plaats de flessen in de daarvoor bestemde uitsparingen.
Tijdens het transport van de injector kan er letsel bij de bediener ontstaan. Ga voorzichtig te werk
♦
bij het verplaatsen van de injector. Zorg dat de arm goed vastzit in de vergrendelde positie.
Een onbedoelde beweging van de arm of de injectorkop kan letsel bij de bediener of de patiënt
♦
veroorzaken. Controleer de scharnierende arm periodiek op tekenen van loszitten en slap neerhangen.
Als u een van deze tekenen constateert, mag de injector niet worden gebruikt. Neem contact op met uw
plaatselijke Imaxeon Service-vertegenwoordiger voor ondersteuning.
Voor een goede werking mogen alleen accessoires en door Imaxeon geleverde optionele
♦
onderdelen worden gebruikt; deze zijn namelijk specifiek voor de injector ontworpen. Andere
accessoires of optionele onderdelen kunnen de apparatuur beschadigen.
Onjuist of onzorgvuldig reinigen kan de apparatuur beschadigen. Voorkom tijdens het reinigen van
♦
het uitwendige oppervlak van de injector dat er water of reinigingsoplossing in de systeemonderdelen
kan lekken.
Er kan stagnatie optreden als er een lage flowsnelheid wordt geselecteerd in combinatie met een
♦
lage-druklimiet. Controleer het vloeistoftraject op blokkades. Als er geen blokkade in het
vloeistoftraject aanwezig is, kan de flowsnelheid of de druklimiet worden aangepast volgens de
aanwijzingen van de arts.
Er kan beschadiging van de elektrische onderdelen optreden als gevolg van condensatie als de
♦
injector vanuit een extreme buitentemperatuur naar binnen wordt verplaatst en direct wordt gebruikt.
Laat de injector vóór gebruik op kamertemperatuur komen.
Sluit het apparaat vervolgens aan op de juiste netspanning en -frequentie. Controleer vóór
♦
aansluiting op de netvoeding het spannings- en frequentiebereik dat op het serienummer-etiket op de
voet van de injector staat vermeld. De injector kan beschadigd raken als de netvoeding buiten het
vermelde spanningsbereik valt. Controleer of de injector is voorzien van het juiste type netsnoer voor
het type stekker.
♦
Houd voldoende ruimte vrij rondom de injector. Onvoldoende vrije ruimte kan ertoe leiden dat de
injector oververhit raakt en zichzelf uitschakelt. Er moet minimaal 10 cm vrije ruimte zijn.
Dit apparaat bevat materialen die potentieel gevaarlijk kunnen zijn voor het milieu. In
♦
overeenstemming met de RICHTLIJN 2002/96/EG VAN HET EUROPESE PARLEMENT EN DE
RAAD betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (WEEE) mogen het
injectorsysteem en de accessoires niet als ongesorteerd huishoudelijk afval worden afgevoerd. Neem
voor informatie over de juiste wijze van afvoeren contact op met uw Imaxeon Service-
vertegenwoordiger.
Schakel de voeding uit als u de hoofdkabel loskoppelt of aansluit. De hoofdkabel loskoppelen van de
♦
injectorzuil terwijl de voeding is ingeschakeld, kan de apparatuur beschadigen.
De batterijen vervangen. De batterijen van de injector mogen alleen door bevoegde
♦
onderhoudsmonteurs worden vervangen. De batterijen mogen niet worden vervangen door gebruikers of
door (ongetrainde) onderhoudsmonteurs. Zie paragraaf 6.2 voor meer gedetailleerde informatie. De batterij
in de afstandsbediening kan wel door de gebruiker worden vervangen. Zie paragraaf 6.2.2.
MEDRAD
®
Salient Bedieningshandleiding