Inhoudsopgave
Advertenties
4 - Configuratie van de veldspuit
Spuittips
Kale grond / laag gewas: Een lage luchtsnelheid en achterwaartse hoek zijn vaak de beste instelling om terugkaatsing van
spuitvloeistof te voorkomen.
Dicht gewas: De hoekverstellingsfunctie is ideaal om gewassen te openen en de indringing te verbeteren. Als u bij het
variëren van de hoekverstelling de gewasrichting volgt, zult u merken dat het gewas zich bij bepaalde instellingen beter zal
openen voor een betere indringing.
Als tijdens het spuiten de windsnelheid, de windrichting of de rijsnelheid verandert, moet waarschijnlijk ook de optimale
hoek worden aangepast. Let op: door bepaalde combinaties van luchtsnelheid en hoekverstelling kunt u het gewas 'sluiten'
of platslaan, zodat indringing onmogelijk wordt. Volg daarom nadrukkelijk de gewasrichting, vooral bij het instellen van de
luchtondersteuning. Let tijdens het spuiten goed op de gewasrichting.
• Het is van groot belang dat de bestuurder voorafgaand aan het gebruik bekend is met de bovenstaande vuistregels.
• De dosering kan in het algemeen worden verminderd tot de helft van wat wordt toegediend met een veldspuit zonder
luchtondersteuning, maar met een minimum van 50-60 L/ha bij 7-8 km/u. Uitzonderingen zijn uiteraard vloeibare
kunstmest en herbiciden, waarvan de selectiviteit is gebaseerd op grote druppels die zich alleen aan het onkruid
hechten.
• Op een TWIN-veldspuit kunnen ook lage drift-spuitdoppen worden gemonteerd, deze dragen bij tot een verdere
vermindering van de drift.
• Als het chemicaliënlabel m.b.t. druppelgrootte, spuitdruk, spuitvolume, debiet, enz. gedetailleerde spuitaanwijzingen
vermeldt, dienen deze aanwijzingen te worden gevolgd.
μ
LET OP! Vaak zal het nodig zijn te rijden met twee verschillende hoekinstellingen, omdat de instelling wijzigt bij
verandering van rijrichting na keren op de kopakker.
Deze instellingen kunnen worden opgeslagen en vooraf worden ingesteld op de SetBox in de trekker. Zie voor meer
informatie hierover 'Het gebruik van de bedieningsunits tijdens het spuiten' op blz. 113.
De voorinstellingen kunnen tijdens het spuiten worden in- en uitgeschakeld op de bedieningshendel in de
trekkercabine; zie 'Werken met de bedieningshendel' op blz. 109.
94
Advertenties
Inhoudsopgave
