5 - Bediening
Gebruik van de aftapkraan
De aftapkraan moet worden bediend vanuit de werkzone, tussen TurboFiller en vulkoppelingen.
Open
1. Open de aftapkraan
2. Vergrendelen door de hendel naar links te draaien.
Het water stroomt aan de onderkant, net onder de hoofdtank, uit
de spuit.
Afsluiten
1. Ontgrendelen door de hendel naar rechts te draaien.
2. Druk hendel (A) in om de aftapkraan te sluiten.
÷
N.B.! Om vloeistofresten veilig af te tappen, bijvoorbeeld
vloeibare kunstmest naar een reservoir, kan een snelkoppeling
met slang op de aftapkraan worden aangesloten.
Aftapopening van de hoofdtank
Aftappen van de hoofdtank naar een externe tank is mogelijk. Doe dit als volgt:
1. Sluit een slang van een externe tank
op de veldspuit.
2. Druk op
om naar het menu 'Vloeistoffuncties' te gaan.
3. Druk op
voor zuigen uit de hoofdtank.
4. Druk op
voor aftappen onder druk van de hoofdtank.
€
GEVAAR! Voordat u
snelkoppeling correct en in vergrendelde positie op de vulopening is aangebracht. Doet u dit niet, dan kan vervuiling
ontstaan en bestaat er kans op letsel doordat de afsluiter van de PressureEmpty-snelkoppeling onder druk wordt
'weggeschoten'! Als het niet mogelijk is de afsluiter van de snelkoppeling volledig te monteren, vet dan de rubber
afdichting en de klemhaken in.
5. Schakel de pomp in en stel de aftakas afhankelijk van het model pomp in op maximaal 540 of 1000 omw/min.
μ
LET OP! Stel het toerental van de pomp op een zodanige waarde in dat de druk in de slang niet hoger oploopt dan
de slang aankan.
6. Als de tank geleegd is, moet aftakas weer worden uitgeschakeld.
7. Koppel de slang los en plaats de kap van de snelkoppeling.
138
door de hendel (A) aan te trekken.
aan op de snelkoppeling
indrukt, moet u beslist controleren of het deksel
van de PressureEmpty-