Mechanische instelling van geleidestangen
Nadat de veren onder 'Veerdemping afstellen' op blz. 84 zijn ingesteld, kunnen de bovenste (A) en onderste geleidestangen
(C) in een andere positie worden bevestigd.
Voor de geleidestangen zijn twee posities mogelijk:
Positie Demping Gedrag
1 Parallel Neutraal
Actieve boom, die slechts deels de bewegingen van de wielas
volgt.
2 Schuin Stevig
Passieve boom, die voornamelijk de bewegingen van de wielas
volgt.
Benodigd gereedschap
• Deze instelling moet met twee personen worden uitgevoerd, omdat het
middendeel van de spuitboom moet worden gemanipuleerd om de
geleidestangen in andere posities te kunnen vastzetten.
• Momentsleutel 27 mm.
Verplaatsen van de bovenste geleidestangen
Op de afbeelding is te zien dat de twee geleidestangen (A) bovenaan
het middendeel van de spuitboom parallel aan elkaar staan.
1. Draai de moeren onder de achterste bevestiging van de stangen
links en rechts los.
2. Verplaats de stangen naar de vrije positie (B).
3. Draai de moeren vast met een aanhaalmoment van 250 Nm.
Onderste geleidestangen verplaatsen
Om de spuitboom actiever te maken, kunnen de twee onderste
geleidestangen (C) in de buitenste positie (D) worden bevestigd.
1. Draai de moeren onder de achterste bevestiging van de stangen
links en rechts los.
2. Verplaats de stangen naar de vrije positie (D).
3. Draai de moeren vast met een aanhaalmoment van 250 Nm.
÷
N.B.! Voordat ze worden bijgesteld, maken de geleidestangen
een buitenwaartse hoek, tegengesteld aan die van de
geleidestangen bovenaan.
4 - Configuratie van de veldspuit
85