Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hardi AEON CENTURA line Instructieboekje pagina 12

Inhoudsopgave

Advertenties

2 – Algemene aanwijzingen voor de veiligheid
Voor de toepassing van deze Richtlijn hebben de onderstaande termen de volgende betekenis:
(a) 'arbeidsmiddelen': alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, gereedschappen en installaties;
(b) 'gebruik van arbeidsmiddelen': elke activiteit met betrekking tot een arbeidsmiddel, zoals ingebruikneming of
buitengebruikstelling, aanwending, vervoer, reparatie, ombouw, onderhoud, verzorging, en met name ook reiniging;
(c)
'gevaarlijke zone': elke zone in en/of rondom een arbeidsmiddel waar de aanwezigheid van een blootgestelde
werknemer een gevaar voor diens veiligheid of gezondheid oplevert;
(d) 'blootgestelde werknemer': elke werknemer die zich geheel of gedeeltelijk in een gevaarlijke zone bevindt;
(e) 'bediener/bestuurder': de werknemer(s) die tot taak heeft (hebben) een arbeidsmiddel te gebruiken.
1. De werkgever neemt de nodige maatregelen om te verzekeren dat arbeidsmiddelen die in de onderneming en/of de
inrichting ter beschikking van de werknemers worden gesteld, geschikt zijn voor het uit te voeren werk of daartoe
behoorlijk zijn aangepast, zodat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers tijdens het gebruik van deze
arbeidsmiddelen kunnen worden gewaarborgd.
Bij de keuze van de arbeidsmiddelen die hij overweegt te gebruiken, houdt de werkgever rekening met de
arbeidsomstandigheden en de specifieke kenmerken van de arbeid en met de in de onderneming en/of inrichting,
met name op de werkplek, bestaande risico's voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers en/of de risico's
die daaraan zouden kunnen worden toegevoegd door het gebruik van de desbetreffende arbeidsmiddelen.
2. Wanneer het niet mogelijk is de veiligheid en de gezondheid van de werknemers aldus volledig te waarborgen bij het
gebruik van arbeidsmiddelen, treft de werkgever passende maatregelen om de risico's tot een minimum te beperken.
1. De werkgever ziet erop toe dat de arbeidsmiddelen waarvan de veiligheid afhangt van de wijze van installatie, worden
onderworpen aan een eerste keuring door deskundige personen in de zin van de nationale wetgevingen en/of
praktijken (na de installatie en voorafgaand aan de eerste ingebruikneming), alsmede aan een keuring na elke
montage op een nieuwe locatie of een nieuwe plek, teneinde te verzekeren dat deze arbeidsmiddelen op de juiste
wijze worden geïnstalleerd en goed functioneren.
2. Om te garanderen dat de veiligheids- en gezondheidsvoorschriften worden nageleefd, dat verslechteringen die
aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van gevaarlijke situaties, worden opgespoord en dat deze tijdig worden
hersteld, ziet de werkgever erop toe dat de arbeidsmiddelen die onderhevig zijn aan invloeden die leiden tot
dergelijke verslechteringen, worden onderworpen aan:
(a) periodieke keuringen en, in voorkomend geval, aan periodieke testen, door deskundige personen in de zin van
de nationale wetgevingen en/of praktijken;
(b)
bijzondere keuringen door deskundige personen in de zin van de nationale wetgevingen en/of praktijken,
telkens wanneer zich uitzonderlijke gebeurtenissen hebben voorgedaan die schadelijke gevolgen kunnen
hebben voor de veiligheid van het arbeidsmiddel, zoals aanpassingen, ongevallen, natuurverschijnselen en
langere perioden van buitengebruikstelling.
3. De keuringsresultaten moeten schriftelijk worden vastgelegd en ter beschikking van de bevoegde autoriteiten
worden gehouden. Deze resultaten moeten voldoende lang worden bewaard.
Wanneer de betrokken arbeidsmiddelen buiten het bedrijf worden gebruikt, moeten deze vergezeld gaan van een
fysiek bewijs van de laatste keuring.
4. De lidstaten bepalen hoe dergelijke keuringen plaatsvinden.
12
Artikel 2
Definities
HOOFDSTUK II
VERPLICHTINGEN VAN DE WERKGEVER
Artikel 3
Algemene verplichtingen
Artikel 5
Inspectie van de arbeidsmiddelen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave