Inhoudsopgave
Advertenties
5 - Bediening
Besturing
Rijtechniek voor de ComfortTrack
Een met ComfortTrack bestuurde aanhanger gedraagt zich anders dan
standaard aanhangers.
De spoorbreedte verandert als de wielen naar buiten gericht staan. Hoe
groter die hoek, hoe kleiner de spoorbreedte.
Een gestuurde aanhanger is iets minder stabiel in bochten, met name bij
bochten op hellingen (B).
Om kantelen te voorkomen moeten de volgende richtlijnen in acht
worden genomen:
• Vermijd korte, krappe bochten.
• Verlaag de rijsnelheid voordat u een bocht neemt. Neem de bocht
met een constante, lage snelheid.
• Voorkom te grote snelheidsverminderingen, rem niet te hard en stop niet plotseling in een bocht, of bij keren op een
helling met aangekoppelde veldspuit.
• Wees voorzichtig bij het keren op oneffen terrein.
• Stel de spoorbreedte (A) zo breed mogelijk in.
• Het is voor een goede stabiliteit essentieel dat de hydraulische demping goed functioneert.
€
GEVAAR! Wanneer de besturing is ontgrendeld mag er niemand binnen het werkbereik van de veldspuit komen!
Begrenzing van de rijsnelheid
De ComfortTrack is standaard beperkt tot 18 km/u.
Te snel rijden in 'Auto' met ComfortTrack activeert een alarm voor snelheidsoverschrijding en wordt het stuursysteem
automatisch vergrendeld.
108
Advertenties
Inhoudsopgave
