2 – Algemene aanwijzingen voor de veiligheid
Werkplek
De plek die is bedoeld voor de bestuurder
De veldspuit mag uitsluitend worden bediend vanaf de bestuurdersstoel van de trekker waar de spuit aan is gekoppeld. Dit
is de bedoelde werkplek voor de bestuurder.
Risico van niet-naleving
Tijdens de bediening of het transport van de veldspuit geldt:
Als iemand de bestuurder stoort of lastig valt, of als de bestuurder probeert de spuit te bedienen vanaf een andere plek dan
de bestuurdersstoel, kan dat resulteren in onachtzame of onjuiste omgang met het voertuig.
• De bestuurder kan zich wellicht niet goed concentreren en zich niet goed op de correcte bediening richten.
• De bestuurder is wellicht niet meer in staat het voertuig goed te bedienen.
• Kans op dodelijke ongevallen tijdens het rijden.31
•
• Gevaar voor schade aan trekker, veldspuit en andere objecten tijdens het rijden.
• Kans op een ondoelmatig spuitresultaat als gevolg van onjuiste bediening van de veldspuit.
28